Willem Lodewijk graaf van Nassau-Dillenburg
Bijnaam: Us Heit.
Hij werd in sept. 1579 overste over tien vendels. (hij was toen 19 jaar oud)
Bij Coevorden ernstig gewond in het been (13 Aug. 1580), bleef hij sedert hinkende.
In 1581 werd hij overste van de ruiterij in de gewesten Friesland, Gelderland en Overijssel.
In 1581 volgde een benoeming tot generaal van de cavalerie van Gelderland, Overijssel en Friesland
De Friese gedeputeerden Duco van Martena en Abel Franckena hadden in mei 1580 al een beroep op hem gedaan.
Hij was in1581 aanwezig bij Slag bij Noordhorn.
Hij liep mee in de lijkstatie van zijn oom Willem van Oranje in 1584, zie plaat 10.
In 1584 werd hij kolonel van het Friese regiment.
In mei 1584 benoemd tot stadhouder over de Friese Ommelanden (Vervou/Geschiedenissen, p. 134)
Op de landdag van 16-10-1584 werd dit bekrachtigd en de ondertekening van de akte was op 10-11-1584 (Vervou/Geschiedenissen, p. 134)
Tussen 1590 en 1595 is Hans van Regenspurch luitenant-kapitein van deze compagnie (bron: Vervou)
Op 22 aug. 1593 verovert hij Gramsbergen (Vervou/Geschiedenissen)
In 1594 aanwezig bij Beleg van Groningen (reductie)
In 1595 bestaat de compagnie uit 180 koppen (bron: Groninger Archieven)
Op 4 juli 1595 is hij bij het Beleg van Groenlo, die later mislukte.
Op 28 aug. 1595 was hij in Bislick, waar kort tevoren zijn broer Filips van Nassau en graaf Ernst van Solms zwaargewond raakte in de Slag bij de Lippe.
Willem Lodewijk schrijft op 28-8 een brief aan de Burgemeesters e.d. van de stad Arnhem, ivm de begrafenis van zijn broer en neef Ernst van Solms.
In 1597 schreef hij in Album Amicorum van hertog Frans van Braunschweig (https://haab-digital.klassik-stiftung.de/viewer/fullscreen/1335979654/109/)
In 1597 is WL aanwezig bij het Beleg van Rijnberk, Meurs en Groenlo, samen met Maurits.
Op 1 okt. 1597 trekken Willem Lodewijk en Maurits naar Bredevoort, die zich op 12 oktober zich opgeeft.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Beleg_van_Groenlo_(1597)
Op 28 september trokken de compagnieën van Maurits, Willem Lodewijk en de Hohenlohe Groenlo binnen om deze te bezetten.
Die avond dineerde Van Stirum met Maurits, zoals gebruikelijk na een beleg en overgave op voorwaarden.
De Heer van Dort werd door Maurits tot gouverneur van Grol gemaakt.
In 1599 is WL bij het Spaans beleg van Zaltbommel.
Zie ook zijn compagnie vaandelschets ca. 1601
In 1601 bij het Beleg van Rijnberk (om de Spaansen af te leiden bij het beleg van Oostende)
In 1601 samen met Maurits beleg van ’s Hertogenbosch, welke mislukt.
Hij was in 1602 bij de veldtocht naar Brabant (zie afbeelding).
Zijn rouwbord is te zien op tekening nr. 1 van lijkstatie Ernst Casimir.
Portret van Willem Lodewijk van Nassau (1560-1620)
Geschilderd door atelier van Michiel van Mierevelt in 1609
Een portret van hem in de portrettenreeks van het Noord-Hollands regiment (Hoornreeks) in het Westfries museum, met nr. 30.
buste van man met zware grijze baard, ’30’, bovenzijde harnas, witte kraag,
oranje sjerp, achterzijde doek ‘Wilhelmus Ludovicus Com: Nass: Gub: Frisiae’
Afbeelding van hem in boek van:
Willem Baudartius.
Titel:
Afbeeldinge ende beschryvinghe van alle de veldslagen, belegeringen ende and’re notabele geschiedenissen ghevallen in de Nederlanden.
Geduerende d’oorloghe teghens den coningh van Spaengien: onder het beleydt van den Prince van Oraengien, ende Prince Maurits de Nassau.
Drukker: Michiel Colijn, Amsterdam 1616, 1254 blz.
Portret van Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg (1560-1620).
Serie van 18 portretten van stafofficieren van het Friese Regiment.
Geschilderd door omgeving Wybrand de Geest, 1635-1645.
Na zijn benoeming tot stadhouder in 1584 ging Willem Lodewijk op verzoek van de Staten in Franeker wonen. Hij betrok in 1584 het Botniahuis, eigendom van een vriend, de Franeker edelman Julius van Botnia.
Later woonde de stadhouder bij Hero van Ockinga.
In 1584 kon Willem Lodewijk reeds over het Cammingahuis beschikken, dat door de Staten van Friesland was geconfisceerd, omdat de eigenenaar Tiete van Cammingha een prominente katholiek was.
De hofmeester kocht meubels voor deze woning. Kort heeft Willem Lodewijk hier gewoond, want in 1587 betrok hij het pand dat zou uitgroeien tot het stadhouderlijk hof.
Groepsportret van vier graven Nassau: Willem Lodewijk, Lodewijk Gunther, Ernst Casimir, Philips van Nassau-Dietz.
Geschilderd door atelier Wybrand de Geest, 1628-1632.
(Fries Museum)
In 1614 een bijdrage in het Album Amicorum van Johannes l’Empereur de Oppijck (ca 1594-1637), predikant
https://t.co/6ya178tMfD?amp=1
In 1614 een bijdrage in het Album Amicorum van Abbe van Bootsma, later kapitein.
https://t.co/6ya178tMfD?amp=1
http://www.mpaginae.nl/WL/WBWL.htm
Het Leeuwarder hof was in vergelijking met andere hoven erg klein. Dat blijkt ook uit een boedelinventaris van 1597. De boedel van Willem Lodewijk bevatte in 1597 slechts 201 nummers, meest meubels en een aantal schilderijen, die alle op de kamer van de graaf hingen. De boedelinventaris betrof zowel de panden in Friesland als in Groningen.
Op 27-5-2021 werd een portret van hem geveild
Lot 109
Follower of Jan Anthonisz van Ravesteyn, Portrait of a gentleman holding a staff of office
In 1675 werden enige van zijn militaire aantekeningen uitgegeven in boekvorm, met de titel ‘Annibal et Scipion’.
https://www.rijksmuseum.nl/nl/collectie/RP-P-OB-80.737
Zie ook zijn afbeelding:
Portretten van de achttien deelnemers bij de vredesonderhandelingen, 1608
Ware afbeelding der h. ambassadeurs ende gecomitteerde tot het bestant (titel op object)
Wanneer
1608-02 – 1608-02
Wie
Jan Neyen
Ambrogio Spinola (markies de los Balbases)
Johan van Oldenbarnevelt
Juan de Mancicidor
Jean Richardot
Lodewijk Verreyken
Pierre Jeannin
Elie de la Place
Sir Richard Spencer
Ralph Winwood
Willem Lodewijk graaf van Nassau-Dillenburg
Cornelis van, heer van Loenen en Meinerswijk Gent
Walraven van Brederode (17e eeuw)
Jacob van Malderé
Gerard van, heer van der Aa Renesse
Jan Sloet
Gellius Hillema
Abel Coenders van Helpen
Kenmerken
Andere stadhouders
Admiraliteit van Friesland - Kapitein
Admiraliteit van Friesland - Luitenant-Admiraal
Friese Nassause Regiment - Cornet
Friese Nassause Regiment - kapiteins
- Adriaen Slijp
- Arent van Arentsma
- Binnert van Heringa
- Bonefacius van Scheltema
- Damas van Loo
- Doecke van Hemmema
- Doecke van Rinia
- Douwe Aylva van Loo
- Douwe van Andringa
- Douwe van Glins
- Epe van Heemstra
- Frans Aebinga van Humalda
- Frans van Cammingha
- Frans van Donia
- Frans van Roussel
- Georg Frederik thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg
- Gosewijn van Wiedenfelt
- Hans van Oostheim
- Harmen van Wonsdorp
- Hessel Hotzes van Aysma
- Ids van Eminga
- Idzart van Grovestins
- Jacob van Roussel
- Jacob van Ruffelaer
- Jacques van Challansi
- Jacques van Oenema
- Jan Gerckes Hoptilla
- Jan Sageman
- Jan van Burmania
- Jan van Idsaerda
- Jarich van Hottinga
- Johan van Bonga
- Juw van Eysinga
- Juw van Harinxma
- Leendert Huijghis
- Lolle Jarichs van Ockinga
- Ludolf Potter
- Michiel Hagen
- Peter van Sedlnitsky
- Philip van Boshuizen
- Quirijn de Blau
- Rencke van Lycklama
- Rienck van Dekema
- Rogier Adriaansz. Slijp
- Ruurd van Feytsma
- Seerp van Dijxtra
- Simon Jongestall
- Sybe van Aylva
- Sybren van Walta
- Taecke Hommes van Hettinga
- Taecke Lieuwes
- Tiete van Galama
- Tjaard Jansen Wederspan
- Tjalling van Sixma
- Tjerck van Solckema
- Wigle Dyes van Hania
- Willem van Inthiema
- Wopcke van Herema
- Wybren Sydsz. van Roorda