Jarich van Hottinga
Achtergrond
Het geslacht Hottinga behoort tot de oude Friese adel en komt oorspronkelijk uit Nijland.
Er waren later ook Hottinga States in Nijland, Pietersbierum, Sexbierum, Wommels, Tzum, Minnertsga en Franeker.
Reeds tegen het einde van de 17e eeuw sterft deze familie echter uit.
Jarich van Hottinga werd omstreeks 1605 geboren, waarschijnlijk te Tzum op Hottinga State in het buurtschap Holpryp.
Zijn ouders waren Here van Hottinga en Anna van Eelsma, die dus te Tzum woonden.
Here had deze state te Tzum via het huwelijk met Anna verkregen en naar hem werd dit ‘kasteel’ Hottinga State genoemd.
Deze Here was in 1566 één van de ondertekenaars van het bekende ‘Eedverbond der Edelen’.
Later sloot hij zich als watergeus (kapitein) aan bij de opstand tegen de Spaanse overheersers. Een broer van deze Here, Jan Hottinga huwde een zuster van Anna, Trijn van Eelsma.
Een oom van deze twee vrouwelijke Eelsma’s, Jelle van Eelsma, was ook een zeer bekende watergeus.
Met andere woorden: Jarich groeide op in een familie die intensief bij de opstand tegen het machtige Spanje was betrokken.
Jarich huwde op 18 februari 1630 te Leeuwarden met Doedt van Idsaerda, dochter van Meynte van Idsaerda en His van Harinxma.
Schoonvader Meynte was grietman van Weststellingwerf en woonde op het stamhuis Idzardastins genaamd, waar Doedt zal zijn geboren.
Uit hun huwelijk kwamen vier dochters voort, waarvan alleen Anna op latere leeftijd huwde. Hun stam stierf dus uit en Anna, die in 1704 haar testament opmaakte, benoemde haar verre nicht Catharina Lucia van Burmania als erfgenaam. Deze laatste, die naar haar grootmoeder Catharina van Hottinga was vernoemd, was dus eigenaar in 1723 toen Jacobus Stellingwerf een tekening van Hottinga State maakte.
Militaire carrière
Op 30 juni 1619 werd Jarich vaandrig in de compagnie van kapitein Binnert van Heringa.
Op 1 november 1622 werd hij luitenant, nog steeds onder dezelfde kapitein.
Bij zijn huwelijk in 1630 was Jarich nog steeds luitenant en kort daarop werd hij kapitein.
Zijn exacte benoemingsdag is helaas niet bekend, maar wel dat hij in 1631/1632 de eed van kapitein aflegde.
Toch was hij in januari 1633 nog luitenant, omdat hij in die functie aanwezig was bij de lijkstatie van de overleden Friese stadhouder Ernst Casimir in Leeuwarden.
Op 21 november 1651 wordt hij opgevolgd door kapitein Gellius Bouricius. De kans is dan ook groot dat hij in dat jaar overleden is.
Van hem kennen we nog geen gebeurtenissen uit de 80-jarige oorlog waarbij hij betrokken was, maar ongetwijfeld heeft hij veel meegemaakt gedurende deze periode, waarin tevens het einde van deze oorlog viel (1648).
Portret
Volgens het bekende overzicht ‘Iconographia’ is er een portret van kapitein Jarich van Hottinga uit het midden van de 17e eeuw. Het zou in het bezit van het (Fries) museum te Leeuwarden zijn als geschenk van de familie Van Sminia te Bergum in 1890. Tot op heden is dit portret nog niet aangetroffen.
Familiewapen
Van deze familie zijn er twee wapens bekend, waarvan de versie met drie schelpen in het rechter gedeelte het oudst is.
Echter de stamreeks van Jarich van Hottinga komt uit bij een Jarich van Kee, die in 1417 grietman van Franekeradeel was. Zijn zoon Epe van Kee huwde met Foockel van Hottinga, waarna hij zich voortaan Hottinga noemde.
Het onderste wapen is een combinatie van beide families en lijkt het meest juiste wapen te zijn.
De familie Kee had dus oorspronkelijk drie schelpen in hun wapen.
Helm
In de collectie van het Fries Museum wordt nog altijd een helm bewaard, die voor 1899 nog in de kerk van Tzum heeft gehangen.
Ongetwijfeld is deze dan afkomstig van een rouwbord of rouwkas, zoals dit ook in Schettens bij kolonel Schelte van Aysma het geval was.
De kans is dan ook aanwezig dat het hier gaat om de helm van kapitein Jarich van Hottinga. Een andere officier die in de 17e eeuw in Tzum woonde, ben ik ook niet tegengekomen.
De beschrijving in de collectie is als volgt:
‘Ridderhelm met vizier, kam en pluimhouder, buitenkant zwart, kam rood en de klinknagels en pluimhouder goudkleurig.
Afkomstig uit de kerk te Tzum. Geschenk van de heer D. Cannegieter, notaris aldaar’.
NB: Het gaat hier om Dominicus Cannegieter, die leefde van 1842-1909.
Familieleden in het leger
- Zijn broer Wyger Eelsma van Hottinga (ong. 1610-1644?) was kapitein
- Zijn vader Hero van Hottinga (ong. 1570-1613) was watergeus en kapitein
- Zijn oom Douwe van Hottinga (ong. 1570-?) was watergeus
- Zijn oom Jarich Douwes van Hottinga (ong. 1550->1573) was kapitein
- Zijn oom Doecke van Hettinga (ong. 1590?-1632), gehuwd met Anna van Hottinga, was kapitein
- Zijn zwager Jan van Idsaerda (ong. 1600-1648) was kapitein
- Zijn zwager Baerthe van Idsaerda (ong. 1610-?) was kapitein
- Zijn zwager Pieter van Idsaerda (ong. 1607-<1640) was kapitein
Vaandel
niet bekend
Compagnie nr. 52
* Jarich van Hottinga (*ong. 1610-U1651?)
* Kapitein van 1631/1632 – 1651
* Voorganger: ?
* Opvolger: Gellius Bouricius
* Hoogste militaire functie: kapitein
* Woonplaats: Tzum
Meer informatie:
http://www.mpaginae.nl/Nauta/kapiteins.htm
http://www.stinseninfriesland.nl/HottingaStateTzum.htm
https://nl.wikipedia.org/wiki/Eedverbond_der_Edelen
http://digicollectie.tresoar.nl/object.php?object=235&menu=1&zveld=Franekeradeel
Kenmerken
Nationaliteit | Friesland |
Naam | Jarich van Hottinga |
Woonplaats | Tzum, Hottinga State |
Compagnie | C52 |
Rang | Friese Nassause Regiment - kapiteins |
Officier van: | 1631/1632 |
Officier tot | 1651 |
Vermeld bij: | |
Gesneuveld | - |
(BK nr.) | - |
Blog | ja |
Portret/State/Familiewapen | |
Afbeeldingen | State Familiewapen Harnas/helm |
Opvolger in C52 | Gellius van Bouricius |
Andere kapiteins
Admiraliteit van Friesland - Kapitein
Admiraliteit van Friesland - Luitenant-Admiraal
Friese Nassause Regiment - Cornet
Friese Nassause Regiment - kapiteins
- Adriaen Slijp
- Arent van Arentsma
- Binnert van Heringa
- Bonefacius van Scheltema
- Damas van Loo
- Doecke van Hemmema
- Doecke van Rinia
- Douwe Aylva van Loo
- Douwe van Andringa
- Douwe van Glins
- Epe van Heemstra
- Frans Aebinga van Humalda
- Frans van Cammingha
- Frans van Donia
- Frans van Roussel
- Georg Frederik thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg
- Gosewijn van Wiedenfelt
- Hans van Oostheim
- Harmen van Wonsdorp
- Hessel Hotzes van Aysma
- Ids van Eminga
- Idzart van Grovestins
- Jacob van Roussel
- Jacob van Ruffelaer
- Jacques van Challansi
- Jacques van Oenema
- Jan Gerckes Hoptilla
- Jan Sageman
- Jan van Burmania
- Jan van Idsaerda
- Johan van Bonga
- Juw van Eysinga
- Juw van Harinxma
- Leendert Huijghis
- Lolle Jarichs van Ockinga
- Ludolf Potter
- Michiel Hagen
- Peter van Sedlnitsky
- Philip van Boshuizen
- Quirijn de Blau
- Rencke van Lycklama
- Rienck van Dekema
- Rogier Adriaansz. Slijp
- Ruurd van Feytsma
- Seerp van Dijxtra
- Simon Jongestall
- Sybe van Aylva
- Sybren van Walta
- Taecke Hommes van Hettinga
- Taecke Lieuwes
- Tiete van Galama
- Tjaard Jansen Wederspan
- Tjalling van Sixma
- Tjerck van Solckema
- Wigle Dyes van Hania
- Willem van Inthiema
- Wopcke van Herema
- Wybren Sydsz. van Roorda