Gosewijn van Wiedenfelt
Achtergrond
De Duitse adellijke familie Von Weidenfeldt heeft hun oorsprong in het dorp Wiedenfeld in de deelstaat Noordrijn-Westfalen.
Dit dorp werd in 1958 opgeheven en verdween door de mijnbouw van de Duitse kaart.
Gosewijn van Wiedenfelt werd in 1601/1602 geboren, vermoedelijk in deze buurt.
Zijn ouders waren Siger von Widenfeldt en Christina Hochkirchen, waarvan alleen bekend is dat Siger in Altdorf/Inden is overleden, dat vlakbij Wiedenfeld lag en eveneens door de bruinkoolwinning het veld moest ruimen.
Gosewijn trouwde op 20 april 1636 te Leeuwarden met Lolck van Aysma en zij gingen vervolgens ook in de Friese hoofdstad wonen.
Lolck was de oudste dochter van ontvanger Albert van Aysma en Tjets van Aysma.
Ze werd in 1597 geboren in Beetgum op het aloude familiekasteel Aysma State.
Lolck was al eerder gehuwd geweest met Claes van Aesgema, die voor 1635 zal zijn overleden.
Uit het huwelijk tussen Gosewijn en Lolck werd één dochter geboren: Christine van Wiedenfelt.
Christina huwde in 1667 met Watze (of: Valerius) van Glinstra, grietman van Gaasterland, die in 1722 nog eigenaar was van het zo te zien indrukwekkende complex ‘Widefelt’ in Cornjum. Hij zal dit geërfd hebben en zijn kinderen zijn er ook geboren.
Vermoedelijk is ook Andries van Wiedenfelt een zoon van Gosewijn. Deze Andries werd in 1674 vaandrig in het Friese regiment.
Lolck van Aysma overleed op 7 maart 1664 en op 23 augustus 1671 overleed haar man Gosewijn.
Beiden zijn vermoedelijk in de kerk te Cornjum bijgezet.
Gosewijn kreeg in 1638 toestemming om in de kerk aldaar een bank te plaatsen.
Wellicht moet het jaartal 1658 zijn, omdat hij majoor wordt genoemd en dat werd hij pas in 1648.
Verder werd hij pas in in 1659 lidmaat van de Hervormde kerk te Cornjum.
Kasteel Widefelt
Gosewijn liet zeer waarschijnlijk deze imposante state bouwen in Cornjum.
Waarschijnlijk gebeurde dit in de jaren voor 1659, omdat hij op 13 februari van dat jaar Hervormd lidmaat werd van genoemd dorp.
Door de tekening van Stellingwerf uit 1722 weten we hoe het er ongeveer uit heeft gezien.
Het geheel is voorzien van een gracht, waarover een ophaalbrug toegang biedt tot het hoofdgebouw. Deze bestaat uit twee aan elkaar gebouwde volumes, beide voorzien van trapgevels. Op het dak zijn vier schoorstenen voorzien van een smeedijzeren versiering met daarop windvanen.
Aan de oostkant zijn nog twee andere gebouwen te zien en een poortgebouw.
Bewoners/eigenaars:
ong. 1659-1671 | Gosewijn van Wiedenfelt + Lolck van Aysma |
|
1671-1727 | Watze van Glinstra + Christina van Wiedenfelt |
Christina is een dochter van Gosewijn |
1727-1745 | Johan van Glinstra + Louisa Albertina van Glinstra |
Louisa is een dochter van Watze |
1745-1794 | Valerius van Glinstra + Anna Catharina van Haersma |
Valerius is een zoon van Johan |
1794-1814 | Arend Johan van Glinstra | ongehuwd en zoon van Valerius |
>1814?-<1844 | Valerius Lodewijk Vegelin van Claerbergen + Aurelia Anna Maria Vegelin van Claerbergen |
zoon van Pieter Benjamin Vegelin van Claerbergen + Louise Albertine van Glinstra |
1814-1847 | Louise Albertine Vegelin van Claerbergen | dochter van Valerius Lodewijk Vegelin van Claerbergen en kleindochter van Louise Albertina van Glinstra, die een zus van Arjen Johan was. |
De state zelf bleef dus nog tot 1847 in het bezit van nakomelingen van Gosewijn, waarna deze werd afgebroken en niets meer herinnert aan de pracht en praal van weleer.
Militaire carrière
In 1632 was Gosewijn kamerheer en (onder) secretaris van de Friese stadhouder Ernst Casimir.
Dat weten we ook dankzij een brief van Schelte van Aysma aan Ernst Casimir, waaraan nog steeds het zegel van secretaris Gosewijn van Wijdevelt hangt.
In 1633 loopt hij mee in de lijkstatie van Ernst Casimir als onder-secretaris.
Op 28 april 1637 werd hij kapitein van een eigen compagnie, waarbij hij Goslick van Herema opvolgde, die weer de compagnie van de overleden kapitein Jacob van Roussel overnam. Het lijkt erop dat Gosewijn meteen van vaandrig tot kapitein is gepromoveerd, omdat hij op de zonet genoemde datum als vaandrig werd opgevolgd door Joost van Weleveldt.
Nagenoeg na één jaar, namelijk op 25 april 1638 nam kapitein Wopcke van Roorda zijn compagnie over.
Gosewijn nam echter het bevel over van de compagnie van de toen recent overleden kapitein Atte van Hettinga.
In 1642 was hij Hofmeester bij de Friese stadhouder Graaf Willem Frederik van Nassau.
Ambtsperiode/ambtsuitoefening: voor het eerst in functie vermeld 4 nov. 1642; bekleedde het ambt tot hij niet meer bij machte was het uit te oefenen.
Andere functies: kamerheer en (onder-)secretaris van Ernst Casimir (vermeld 26 apr. 1632).
Deze functie van hofmeester, die hij tot 1657 uitoefende, werd waarschijnlijk gecombineerd met zijn kapiteinsfunctie.
Op 3 april 1648 volgde zijn promotie naar majoor van het Regiment Infanterie van kolonel Hessel Meckema van Aylva, waarbij hij Damas van Loo opvolgde die toen luitenant-kolonel werd.
Op 17 februari 1666 kwam er een einde aan zijn militaire loopbaan, toen zijn compagnie onder leiding kwam van zijn neef, kapitein Johan van Andla.
Helaas zijn van hem verder nog geen militaire activiteiten (zoals veldslagen) bekend.
Aangezien Gosewijn lange tijd kapitein was, weten we ook een aantal namen van zijn belangrijkste officiers.
Benoeming | vaandrig | luitenant |
14-3-1646 | Epo van Aesgema | |
25-10-1651 | Idzardt Jacob van Harinxma | Epo van Aesgema? |
7-2-1655 | Johan van Rijswijck | Idzardt Jacob van Harinxma? |
18-5-1655 | Hendrick van Rijswijck | Johan van Rijswijck? |
18-12-1657 | Martinus van Dockum | Hendrick van Rijswijck? |
Lijkstatie Ernst Casimir
In 1633 liep ook Gosewijn mee in de lijkstatie van de overleden Friese stadhouder Ernst Casimir van Nassau-Dietz.
Gosewijn loopt mee in het voorste gedeelte van de rouwstoet, namelijk met het ‘Hoff-Ghesin‘, dus iedereen die aan het Stadhouderlijk Hof te Leeuwarden werkte.
Hij staat hierbij vermeld als ‘Camerlingh ende Onder-Secretaris van wijlen Sijn Genade’. Gezien de volgorde van de namen is hij waarschijnlijk de achterste persoon op onderstaande afbeelding.
Familiewapen
Het wapen bestaat uit een vos die een lam in zijn bek heeft.
Ook het helmteken is een vos.
Er is nog een zegel met het wapen van Gosewijn van Wiedenfelt bewaard gebleven.
Bovenin zijn nog zijn de initialen G en W te zien, die blijkbaar verkeerdom in het ‘cachet‘ zijn gesmeed, aangezien het uiteraard in spiegelbeeld zou moeten.
Familieleden in het leger
- Vermoedelijk zijn zoon, Andries van Wiedenveldt (ong. 1640-?) was vaandrig
- Zijn zwager, Johan van Aysma (1604-1659) was kapitein
- Zijn neef Johan van Andla (ong. 1640-1680?) was kapitein en majoor.
Vaandel
niet bekend.
Gosewijn van Wiedenfelt (1601/1602-U1671)
* Kapitein van 1637-1666
* Hoogste militaire functie: sergeant-majoor
* Woonplaats: Cornjum
Compagnie nr. 32
* Voorganger: Goslick van Herema
* Opvolger: Wopcke van Roorda
Compagnie nr. 13
* Voorganger: Atte van Hettinga
* Opvolger: Johan van Andla
Meer informatie:
http://www.mpaginae.nl/Nauta/kapiteins.htm
https://de.wikipedia.org/wiki/Wiedenfeld
http://www.mpaginae.nl/At/EC1633.htm
Kenmerken
Nationaliteit | Friesland |
Naam | Gosewijn van Wiedenfelt |
Woonplaats | Cornjum, Widefelt State |
Compagnie | C13 C32 HOFMEESTERS |
Rang | Friese Nassause Regiment - kapiteins Friese Nassause Regiment - Majoor Hofmeester |
Officier van: | 1637 en 1638 en 1642 |
Officier tot | 1638 en 1666 en 1657 |
Vermeld bij: | |
Gesneuveld | - |
(BK nr.) | 10759 |
Blog | ja |
Portret/State/Familiewapen | |
Afbeeldingen | Familiewapen State |
Voorganger in C13 | Willem van Haren |
Opvolger in C13 | Guilliam de Custos |
Andere majoors
Admiraliteit van Friesland - Kapitein
Admiraliteit van Friesland - Luitenant-Admiraal
Friese Nassause Regiment - Cornet
Friese Nassause Regiment - kapiteins
- Adriaen Slijp
- Arent van Arentsma
- Binnert van Heringa
- Bonefacius van Scheltema
- Damas van Loo
- Doecke van Hemmema
- Doecke van Rinia
- Douwe Aylva van Loo
- Douwe van Andringa
- Douwe van Glins
- Epe van Heemstra
- Frans Aebinga van Humalda
- Frans van Cammingha
- Frans van Donia
- Frans van Roussel
- Georg Frederik thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg
- Hans van Oostheim
- Harmen van Wonsdorp
- Hessel Hotzes van Aysma
- Ids van Eminga
- Idzart van Grovestins
- Jacob van Roussel
- Jacob van Ruffelaer
- Jacques van Challansi
- Jacques van Oenema
- Jan Gerckes Hoptilla
- Jan Sageman
- Jan van Burmania
- Jan van Idsaerda
- Jarich van Hottinga
- Johan van Bonga
- Juw van Eysinga
- Juw van Harinxma
- Leendert Huijghis
- Lolle Jarichs van Ockinga
- Ludolf Potter
- Michiel Hagen
- Peter van Sedlnitsky
- Philip van Boshuizen
- Quirijn de Blau
- Rencke van Lycklama
- Rienck van Dekema
- Rogier Adriaansz. Slijp
- Ruurd van Feytsma
- Seerp van Dijxtra
- Simon Jongestall
- Sybe van Aylva
- Sybren van Walta
- Taecke Hommes van Hettinga
- Taecke Lieuwes
- Tiete van Galama
- Tjaard Jansen Wederspan
- Tjalling van Sixma
- Tjerck van Solckema
- Wigle Dyes van Hania
- Willem van Inthiema
- Wopcke van Herema
- Wybren Sydsz. van Roorda