Vaandrig en luitenant

Schelte werd een decennium na het uitbreken van de Nederlandse Opstand geboren en hij stierf ruim 10 jaar voordat de vrede werd getekend. Zijn hele leven heeft in het teken gestaan van de strijd tegen de Spanjaarden. Schelte’s militaire carrière begon rond de eeuwwisseling. Hij begon waarschijnlijk in de laagste officiersfunctie, die van vaandrig, en was daarmee verantwoordelijk voor het vaandel van de compagnie. Het vaandel van de compagnie vormde tijdens gevechten een herkenningsteken en diende met respect behandeld te worden. Het verlies van het vaandel aan de vijand gold als een doodzonde.
Schelte zal zijn jeugd hebben doorgebracht op de Aysma State in Beetgumermolen.

Op 7 februari 1603 overleed zijn vader Hotze op 53-jarige leeftijd. Tijdens zijn leven was Hotze onder andere raadheer bij de Friese admiraliteit te Dokkum.[i] In zijn testament wordt melding gemaakt van een helleboorde, een slechte (gewone) dolk, een vrij schoot harnasch, voor achter craege (ringkraag) ende stormhoedt (helm), een pistolet met holster, een cuyck bant tot harnasch.[ii] Of hij deze wapenrusting te water of te land in de strijd heeft gebruikt, is uit de bronnen niet duidelijk geworden, maar ten tijde van de Nederlandse Opstand zullen deze spullen niet werkeloos op de zolder van de Aysma State hebben liggen verstoffen.

In 1604 wordt Schelte genoemd in één van de dagboeken van de Friese stadhouder Willem Lodewijk van Nassau: Wigle Hania, soe sijnen broder Galer capiteijn werdt, de handt daeraen te willen holden dat Aijsma deselven lieutenant wesen moegen. Gale van Hania was luitenant in de compagnie van zijn broer Wigle. Na het overlijden van kapitein Rienck van Burmania kreeg Gale de kans om een eigen compagnie aan te voeren en werd benoemd tot kapitein. Volgens de aantekening in het dagboek stond Willem Lodewijk erop dat de vrijgekomen luitenantsplaats aan ‘Aijsma’ werd vergeven. Aangezien achterneef Hotse pas in 1606 tot vaandrig werd benoemd en er op dat moment geen andere (Lauta) van Aysma’s als officier in het leger dienden, kunnen we met zekerheid stellen dat het bij deze vermelding om Schelte gaat.

Uit de benoemingen van de Staten van Friesland blijkt echter dat de vrijgekomen luitenantsplaats van Gale in de praktijk werd vergeven aan Fox Selsma. De hoge heren van de Staten van Friesland hadden dus iemand anders bovenaan hun lijstje staan. Schelte stond duidelijk wel in de belangstelling van Willem Lodewijk en zou kort erna alsnog benoemd worden tot luitenant. Dat blijkt uit het feit dat hij twee jaar later genoemd wordt als luitenant in de compagnie van Jan van Burmania.

[i] Nationaal Archief, Staten-Generaal: commissieboeken, 1.01.02, inv nr 12270

[ii] T. Kingma, Bitgum skiednis fan Bitgum en Bitgummole, p. 36