Peter van Sedlnitsky

Achtergrond
De adellijke familie Sedlnitsky is afkomstig uit de Bohemen, wat nu in Tsjechië ligt.
Ook daar kwam in de 16e eeuw het protestantse geloof in zwang en vele families gingen dan ook over op deze nieuwe geloofsrichting.
Daarom kwamen ook officieren uit deze regio naar de Nederlanden om te vechten tegen de Spaanse katholieke ‘vijand’.
Op deze manier zal dan ook Peter Sedlnitsky eind 16e eeuw naar Nederland zijn gekomen.
Met de Slag bij de Witte Berg in 1620 verloren de protestanten echter definitief deze geloofstrijd en bleef Tsjechië hierna een katholiek land.

De familienaam Sedlnitsky komt oorspronkelijk van het dorp Sedlnice, helemaal in het oosten van Tsjechie, in Moravië.
Onze Peter had de titel ‘Heer van Choltitz en Füllstein’.
Deze twee plaatsen liggen ook in Tsjechie en oorspronkelijk is Choltice de stamplaats, maar door de latere verwerving van Sedlnice werd dat de nieuwe familienaam.

Voor Nederlanders was deze familienaam nogal lastig waardoor er heel veel varianten in omloop kwamen waarop deze naam werd gespeld.
Ik noem hierbij o.a. Sidlnesky, Sidniksy, Sednisck, Sedlnitzky, Sedlnisko, Sednisck, Sedlisty, Sidlnisky, Sidenitski, Seyditz, De Zedliz, Sedlnicky, Sidtnelsken, etc.

Peter Sedlnitsky werd in 1549 geboren als zoon van Wensel Sedlnitsky en Anna Samarowsky.
Zijn vader Wensel, in het Boheems heet hij Vaclav, was ook gehuwd met Helene Supova de Fullstein.
Deze Wensel woonde op het kasteel te Fullstein, die hij vermoedelijk via zijn vrouw verkreeg.
Hun kinderen, waaronder dus Peter, zijn wellicht op dit kasteel in Tsjechie geboren.

Peter, oftewel Petr in het Boheems, huwde omstreeks 1575 met Agnieta Spiering, dochter van de erfmaarschalk van Kleve Frans Spiering.
Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren: Ferdinand, Hester, Maria en Anna van Sedlnitsky.

Na het overlijden van Agnieta, huwde hij (2) met Christina Smullinck, die hem overleefde.

Zijn dochter Anna huwde kolonel Isaac de Perponcher (1572-1656), waarvan de kinderen de achternaam de Perponcher-Sedlnitsky aannamen.
Deze familie heeft met name in Zeeland nogal wat invloed en bezittingen gehad.

Portret
Op Kasteel Amerongen hangt een portret van Peter van Sedlnitsky en is onderdeel van een serie van 24 portretten,
De collectie is aangelegd door sergeant-majoor-generaal Jacques Wijts (157-1643).

Portret van Peter van Sedlnitsky, waarschijnlijk geschilderd door Jan van Ravesteyn.  (Wijts Reeks, kasteel Amerongen)


portret van Peter van Sedlnitsky, waarschijnlijk geschilderd door Jan van Ravesteyn.  (www.rkd.nl)


Kaart van Tsjechie, met de plaatsen Choltice, Füllstein, Sedlnice en Bilovec in rood gemarkeerd.


De ruïne van de voormalige burcht Fullstein.

Militaire carrière
Van zijn vroege militaire carrière is helaas nog nog niets bekend, maar in 1577 (hij is dan 28) is hij al luitenant-kolonel in het regiment infanterie van Georg de Lalaing, graaf van Rennenberg.
In 1581 werd op zijn advies door de Staten van Holland besloten dat gevangen ‘huisluiden‘ in de Heerlijkheid Sevenbergen het fort moesten repareren.
In juli 1584 werd hij benoemd tot garnizoenscommandant van Gent, welke stad echter enkele maanden later alweer verloren ging.
Peter werd in maart 1587 door de Friese Stadhouder Willem Lodewijk tot overste-luitenant benoemd.
Echter, door een misverstand, werd tegelijkertijd door de Gedeputeerde Staten hopman Michiel Högelcko in dezelfde functie benoemd.
Gedurende een lange periode ontstond er een hevige twist tussen de twee bevelhebbers.
Later dag jaar, op 4 oktober, was hij ook aanwezig bij mislukte verovering van de stad Groningen.

In 1591 volgde Taco van Hettinga hem op in die functie van luitenant-kolonel.
Peter vertrok uit Friesland en ging aan de slag binnen de Hollandse regimenten.
Daar werd hij sergeant-majoor generaal. Interessant is echter dat zijn compagnie in dienst bleef van het Friese regiment.
Op papier was Peter nog steeds kapitein maar in de praktijk niet aanwezig.
De aansturing liet hij van 1591-1610 over aan de luitenant van de compagnie.
Van 1587-1594 stond de compagnie op repartie van Friesland.

Na de reductie van Groningen kwam het op repartie van Groningen (1594/1595-1610) te staan.
In de Groninger A-Ker zaten voorheen nog gebrandschildere ramen, met daarop de oficieren van het Groninger Nassause Regiment.
Hierbij ook de naam en wapen van sergeant-majoor Peter van Sedlnitski.

Tekening van gebrandschilderde ramen in de A-Kerk te Groningen. Hierop namen en wapens van Groninger Nassause Regiment uit omstreeks 1600.
(Utrechts archief, Aernout van Buchel)

Maurits probeerde in 1610 de compagnie te vergeven aan de zoon van Peter (Ferdinand). De Staten van Groningen besloten echter de luitenant aan te stellen tot kapitein.

In 1593 werd hij gewond bij het Beleg van Geertruidenberg.
In 1600 was Peter sergeant-majoor generaal van het veldleger bij de Slag bij Nieuwpoort.
Het jaar daarop, dus 1601, was hij aanwezig bij het Beleg van Rijnberk.
In augustus 1601 gaat hij met zijn krijgsvolk naar het belegerde Oostende.
Op 19 september 1602 verovert hij Grave en wordt dan tot gouverneur van die stad benoemd.
Daar werd hij in 1607 door de Spanjaarden gevangen genomen.

Door het 12 jarig bestand tussen de Republiek en Spanje (1609-1621) begaf hij zich in vreemde krijgsdienst en streed in de Gulik-Kleefse successieoorlog als wachtermeester-generaal.
In augustus 1610 was hij bij het Beleg van Gulik, waar hij door een kanonskogel werd gedood.

Ruzie met Michel Högelcko
In maart 1587 werd Högelcko door de Friese Gedeputeerde Staten benoemd tot Overste Luitenant van het Friese regiment.
Echter tegelijkertijd (!) had de Friese stadhouder Willem Lodewijk Peter van Sedlnitsky aangesteld in deze functie.
In januari 1589 scheen het geschil hieromtrent bijgelegd te zijn, waarbij uiteindelijk Sedlnitsky net iets hoger in rang was gekomen.
Want alhoewel ze beide de functie van ‘Overste Luitenant’ hadden gekregen, zou Högelcko (die zeven vendels aanvoerde) gehoorzaam zijn aan Sedlnitsky als ze zich beide in hetzelfde garnizoen zouden bevinden en de stadhouder ‘uitlandig’ zou zijn.
Echter de ruzie zou blijven voortwoekeren en bij de eerste gelegenheid waar ze elkaar troffen was het alweer mis.

Begin 1589 lag Högelcko in Dokkum en veroverde ‘op loffelijke wijze‘ in maart 1589 de schans Enumatil, samen met hopman Schay.
Hierna kreeg H
ögelcko het opperbevel van de vesting Nijezijl toevertrouwd, waarin slechts twee vendels lagen.
Deze kans op bevoorrading
van deze schans deed zich hierna voor toen de Spaanse aanvoerder Verdugo naar de schans Reide was getrokken, die graaf Willem Lodewijk kort daarvoor had veroverd.

Hierna wachten de twee hopmannen Frederik van Vervou en Peter Fopsen op de bevelen van de Stadhouder en de Gedeputeerden inzake het konvooi van de bevoorrading.
Toen vernamen ze dat overste Sedlnitsky uit Holland was gekomen, waarna deze opdracht kreeg, samen met de mannen van Fervou en Fopsen het transport naar Nijezijl te begeleiden. Op 19 juni 1589 gingen ze op pad van Dokkum met 93 wagens met voorraad en kwamen bij het aanbreken van de dag tussen Visvliet en Grijpskerk.
Op verzoek van Vervou zou Högelcko 50 van zijn man naar Grijpskerk zenden, omdat er vijandelijke uitvallen uit de schans De Opslag of uit Grijpskerk vreesde.

Om na de veilige aankomst weer een veilige terugtocht te ondernemen kreeg Högelcko zijn hopman Tjaard Jansen Wederspan, de opdracht om met een schip naar Grijpskerk te varen. Aldaar zou hij 30 man laten onderzoeken of de vijand nog aanwezig was en zo ja, om dan als een teken de wieken van de molen te draaien.
Dit
verliep echter nogal wanordelijk, waardoor er zo’n 30 a 40 man door de Spaansen werden omgebracht, waaronder Högelcko zijn stiefzoon vaandrig Hendrik van Lubeck.
Toen H
ögelcko de schermutselingen van Nijezijl zag, liep hij wanhopig naar Sedlnitsky die net klaar stond buiten de vesting met zijn 450 man en ruim 80 wagens.
Sedlnitsky zag het gevecht koelbloedig aan en riep ‘Trekt voort mannen, trekt voort!‘ en zei tegen H
ögelcko dat hij niets kon doen omdat hij niet wist hoeveel Spaansen er bij het gevecht aanwezig waren en anders zou hij zelfs de schans Nijezijl in gevaar kunnen brengen.

Hierna schold Högelcko Sedlnitsky uit voor ‘eenen lafhartigen en trouweloozen man‘, waarop Peter zijn beklag deed bij de stadhouder omdat zijn eer was aangetast.
In het vonnis van het krijgsgerecht van 3 oktober 1590, dat ook uitgegeven werd, werd Sedlnitsky met algemene stemmen in het gelijk gesteld waarbij Michel 1000 gulden boete moest betalen.
Dat Gedeputeerde Staten en de Stadhouder niet op één lijn zaten, bleek wel uit het feit dat Högelcko bij zijn afscheid van de Staten een gouden ketting ontving waaraan een gedenkpenning hing met daarop zijn portret en een Latijnse tekst.
Deze bevindt zich nog steeds in de collectie van het Fries Museum.

Familiewapen
Wapen: in rood een pijl met aan het uiteinde twee tegen elkaar geplaatste naar beneden gerichte hoorns, alles zilver.
Helmteken: een pauwenveer, doorboord door de horizontaal geplaatse pijl van het schild.

familiewapen Sedlnitsky (CBG familiewapens)


Familiewapen Selnitsky, hier met helmteken.

Kasteel Bilovec
Een halfbroer van Peter Sedlnitsky, was de voorvader van de bewoners/eigenaren van kasteel Bilovec, in het Tsjechisch ‘Zamek Bilovec’genaamd.
Hier regeerden eeuwen lang de graven van Sedlnitsky van Choltice en boven de entree staat het familiewapen afgebeeld.
Na de tweede wereldoorlog raakte de Duitstalige familie Sedlnitsky het bezit kwijt.
Dit kasteel heeft een grondige restauratie ondergaan en staat bekend als ‘Het kasteel van de graven van Sedlnitsky van Choltice’.
Eduard Valez is momenteel kasteelbeheerder en onder zijn begeleiding krijgt het kasteel weer zijn oud elan terug.

Kasteel Bilovec, in de gelijknamige plaats in Tsjechië.

Georg Sigismund de Zedlitz
Er was nog een ver familielid kapitein in het Friese regiment, namelijk Georg Sigismund de Zedlitz (of: Sedlnitsky).
Georg trouwde op 11 december 1653 te Schettens met Lolck Scheltesdr. van Aysma, dochter van kolonel Schelte van Aysma.
Alhoewel de stamboom van Sedlnitsky nogal lastig is te reconstrueren, is hij waarschijnlijk een verre achterneef van Peter.

Familieleden in het leger

  • zijn schoonzoon Mungo Hamilton (?-?), gehuwd met Hester van Sedlnitsky, was kapitein in statendienst.
  • zijn schoonzoon Isaac de Perponchor (1572-1656), gehuwd met Anna van Sedlnitsky, was kolonel in het staatse leger.

Vaandel

onbekend
Compagnie nr. ?
* Peter Sedlnitsky (geb.1549-
U1610)
* Kapitein van <1577-1610

* Voorganger: ?
* Opvolger: ?

* Hoogste militaire functie: sergeant-majoor-generaal
* Woonplaats: onbekend, later te Grave

Bronnen / meer informatie
http://www.mpaginae.nl/Nauta/kapiteins.htm

https://www.dbnl.org/tekst/molh003nieu03_01/molh003nieu03_01_1748.php
http://images.tresoar.nl/wumkes/periodieken/dvf/dvf-0131-1859-8.pdf
https://cbgfamiliewapens.nl/
http://images.tresoar.nl/wumkes/periodieken/dvf/dvf-0131-1859-8.pdf
https://de.wikipedia.org/wiki/Sedlnitzky_von_Choltitz
https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_op_de_Witte_Berg
https://www.zamekbilovec.cz/
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jacques_Wijts

Kenmerken

NationaliteitFriesland
NaamPeter van Sedlnitsky
WoonplaatsGrave
CompagnieGRONINGER REGIMENT
C69
RangFriese Nassause Regiment - kapiteins
Friese Nassause Regiment - Luitenant-Kolonel
Groninger Nassause Regiment - Majoor
Officier van:<1577 en 1594
Officier tot1594 en 1610
Vermeld bij:
GesneuveldJa
(BK nr.)33557
Blogja
Portret/State/Familiewapen
AfbeeldingenFamiliewapen
Glas in lood
Opvolger in GRONINGER REGIMENTGerrit Cornelissen Schay

Andere luitenant-kolonels

Admiraliteit van Friesland - Kapitein

Admiraliteit van Friesland - Luitenant-Admiraal

Friese Nassause Regiment - Cornet

Friese Nassause Regiment - kapiteins

Friese Nassause Regiment - Luitenants

Friese Nassause Regiment - Ritmeesters

Groninger Nassause Regiment - Kapiteins

Hoogduitse Nassause Regiment - Kapiteins