Nicolaas van Boringer

Achtergrond
Zijn familie is waarschijnlijk afkomstig uit de deelstaat Baden Württemberg. Hun familienaam zou dan van het plaatsje Böhringen kunnen komen.
In 1613 woonde hij te Nijmegen, omdat daar zijn zoon Ernst Frederick geboren werd.
De naam werd ook wel als Beringer/Berringer/Böhringer geschreven.

De genealogie van deze familie is tamelijk lastig te vinden, waarschijnlijk omdat Nicolaas vanuit Duitsland naar Nederland is gekomen.
Er zijn inmiddels ook een ritmeester Andries van Beringen (gehuwd met Maria van Mierop) en een Conrad van Beringen aangetroffen.
Deze Andries was luitenant en hij voerde in 1600 bij de Slag bij Nieuwpoort, de compagnie curassiers aan van de Heren van Corbeek.
Wellicht hebben we hier met twee broers te maken.
Huwelijk
Omstreeks 1600 is hij getrouwd met Aldegonda von Selberg, waarschijnlijk ook uit Duitsland afkomstig.
Op 6 januari 1613 laten ze hun zoon Ernst Frederick Boringer dopen in de kerk van Nijmegen, waarbij zij met de meer Nederlandse naam ‘Aeltgen’ wordt genoemd.
Verder is er uit de archieven nog een zoon Hans Conraet bekend.

doopakte Ernst Frederick Beringer op 6-1-1613 te Nijmegen.

Militaire carriere
Hij diende vanaf 1608 acht jaar als luitenant in de compagnie van kapitein Hans Meinhard van Schoenberg.
Na zijn dood volgde Van Boringer hem op als kapitein.
Hij was dus kapitein van 1616-1638 en dan vermoedelijk als kapitein van een Hoogduitse Compagnie, die betaald werd door Groningen.

Op 10 januari 1621 besloten Gedeputeerde Staten (G.S.) van Groningen om zijn traktement in te houden, omdat hij zich zonder ‘voorkennis van de provincie’ in dienst had begeven van de Republiek van Ulm.
Op 16 maart 1621 kreeg Nicolaas de aanzegging van G.S. om zijn excuses aan te bieden aan de Staten op de Landdag
Wellicht heeft hij dit ook gedaan, want G.S. besloten om hem op 1 juni 1621 ‘wederom in het genot van traktement te stellen’.
In 1621 en tussen 1627-1632 schrijft hij brieven aan de stadhouder Ernst Casimir, terwijl hij in garnizoen in Groenlo ligt.
In 1622 werd de commies Gerrit Jansen Aarnhem door G.S. gelast om Niclaes Boringer f 635,- uit te betalen, wegen ‘lening en vivres’ voor zijn compagnie.
In 1623 is hij vermeld in het Hoogduitse regiment van Ernst Casimir (bron: KHA, Ernst Casimir, inv. nr. 314).
Nicolaas van Beringen was dus in dienst van het Staatse leger en hij zal mogelijk als Groninger kapitein aanwezig zijn geweest tijdens het Beleg van Grolle in 1627.
In 1634 komen we hem nog een keer tegen in de Groninger resoluties, waarbij kapitein en sergeant-majoor Balfour, overste-luitenant Hanecroot en kapitein Beringer uitstel verzoeken van de betaling van de vivres, wapens en gasthuyscosten, welke ze onder voorbehoud verleend krijgen.

Na de verovering van Groenlo (of: Grolle/Grol) werd Herman Otto graaf van Limburg Stirum benoemd tot gouverneur van Groenlo.
Tegelijk werd Nicolaus Boringer de nieuwe stadscommandant, welke functie hij tot zijn dood zal hebben vervuld.
Het was Johan den Ouden die als nieuwe stadscommandant werd benoemd en hij was dit tot 22 oktober 1645 toen hij overleed. Ook hij werd in de Calixtuskerk begraven.

Op 20 maart 1638 werd luitenant Reinholt Huinge als nieuwe kapitein gekozen, in plaats van ‘wijlen Niclaes Beringe‘. De vaandrig Paulus Naut werd luitenant en Assuerus Tamminga werd de nieuwe vaandrig.

Grafzerk
In de functie van kapitein overleed hij op 12 maart 1638, waarna hij werd begraven in de Calixtus-kerk van Groenlo.
Zijn grafsteen is gelukkig goed bewaard gebleven en heeft een volledige latijns opschrift.
Ook zijn vrouw Aldegonda van Selberg ligt bij hem in hetzelfde graf.

Detail van de grafzerk

De latijnse tekst op de zerk is:

bovenaan:
‘Ano MDCXXX8
XII MARTIJ OBIIT

rechts:
PRAENOBILIS AC STRAENUUS CAPITANIUS (NICOL)AUS
BORINGER A LUNHORST COMMENDATOR IN GROLL

onderaan:
VIVIT POST FUNERA VIRTUS

links:
NOBILLISIMA AC   VIRTUOSA ALDEGUNDIS A SELBERG
FIDELISSIMA EIUS UXOR OBIIT 7 FEBRUARY

******************************************

De vertaling hiervan is ongeveer als volgt:

In het jaar 1638
12 maart overleden

De zeer edele en dappere kapitein Nicolaus
Boringer van Lunhorst, commandant in Groenlo

Deugd overleeft de dood

Edele en deugdzame Aldegonda van Selberg
Zijn betrouwbare vrouw overleden 7 februari

Grafzerk Petrus Boringer
Er ligt ook nog een zerk voor Petrus Boringer in dezelfde kerk.
De beschrijving volgens ‘Archief De Graafschap’ uit juli 1946 is als volgt:

  1. No 72.

Ao MDCXXXIIII XXV APRIL
OBYT NOBILIS PETRUS BORINGER
AETATIS SUE XXIIII
OMNIA MORTE CADUNT
NESCIT MORTEM UNICA
VIRTUS 

Met afgehakt wapen ? met helm waarop een vlucht waartusschen figuur uit het schild.
Kleur bruin, formaat 119×214.

Het lijkt waarschijnlijk dat het hier om een zoon van Nicolaas Boringer gaat, aangezien deze Petrus in 1610 is geboren.
Van deze Petrus is verder nu nog niets bekend.

Grafzerk van Petrus Boringer

Hazezathe Lunhorst
Nicolaas werd op 6 oktober 1636 beleend met het Bergsche (Heerenberg) leengoed Lunhorst, vlakbij Didam in Gelderland.
In 1635 en 1636 voerde hij nog een proces tegen Hans Jurgen Eyckel, richter en holtrichter te Didam, wegens niet toelating als markgenoot.
Lang heeft hij echter niet kunnen genieten van deze vast eervolle belening.
De titel kwam echter wel pontificaal op zijn grafzerk: Boringer a Lunhorst.
Van de bovengenoemde zoon Hans Conraet van Boringer weten we dat hij, na het overlijden van zijn vader, op 9 maart 1639 werd beleend met het ’s Heerenbergse leengoed Lunhorst.
De havezathe bestaat nog steeds onder dezelfde naam.

kaart van ’t kwartier Zutphen. Met de rode pijl is havezathe de Lunhorst aangegeven.


Pentekening uit 1721 van Havezathe de Luynhorst, gemaakt door Maximiliaan de Raad.

In 1788 werd Havezathe “De Luynhorst” herbouwd met gebruikmaking van 16e eeuws muurwerk.
Het heeft nog een deels oorspronkelijk interieur en in de gevel is een gedenksteen met wapen en opschrift aanwezig.

HOOG WEL GEBO VRYHEER Y E VAN DER HEYDEN TOT BAAK EN MEYERING EN LUYNHORST HEEFT LATEN HERBOUWEN
DIT HAVESAAT DE LUYNHORST GENAAMT
ANNO 1788       ANNO 1560

Havezathe De Lunhorst anno 2019


gevelsteen in de Luynhorst

Portret
In het Stadhouderlijk Hof te Leeuwarden hing een officierenreeks bestaande uit 31 portretten van het Friese Regiment.
Deze reeks werd aangelegd door stadhouder Willem Lodewijk.
Een latere lijst van 26 portretten, meestal met een naam, is bewaard gebleven in Tresoar. (zie artikel Radetsky – negen eeuwen Friesland-Holland).
nr. 22 = Kapitein Berring
Helaas is de huidige verblijfplaats van het portret onbekend.

Familieleden in het leger

  • zijn zoon Hans Coenraat Beringer was sergeant-majoor


Vaandels

Niet bekend.

Compagnie nr. ?
*  (*ong. 1580-U1638)
* Kapitein van 1616-1638
* Voorganger: Hans Meinhard van Schoenberg
* Opvolger: Reinholt Huinge
* Hoogste militaire functie: kapitein
* Woonplaats: Nijmegen, Didam

Meer informatie:
http://www.chrisvankeulen.nl/didam.htm
https://www.levenindeliemers.nl/verhalen/155-de-luynhorst
http://www.gevelstenen.net/kerninventarisatie/images/Didam/6941RD09k.jpg

Kenmerken

NationaliteitDuitsland
NaamNicolaas van Boringer
Woonplaats-
CompagnieHOOGDUITS 1
RangHoogduitse Nassause Regiment - Kapiteins
Officier van:1616
Officier tot1638
Vermeld bij:
Gesneuveld-
(BK nr.)37196
Blogja
Portret/State/Familiewapen
AfbeeldingenGrafsteen
Kastelen
Familiewapen
Opvolger in HOOGDUITS 1N.N. Bassem

Andere Hoogduitse kapiteins

Admiraliteit van Friesland - Kapitein

Admiraliteit van Friesland - Luitenant-Admiraal

Friese Nassause Regiment - Cornet

Friese Nassause Regiment - kapiteins

Friese Nassause Regiment - Luitenants

Friese Nassause Regiment - Ritmeesters

Groninger Nassause Regiment - Kapiteins

Hoogduitse Nassause Regiment - Kapiteins