Juw van Eysinga

Achtergrond
Juw van Eysinga werd in 1563 geboren als zoon van Frans van Eysinga (ca. 1530-1603) en Lisck Juwsdr van Juwsma (?-1565). Terwijl Juw de Friese schrijfwijze van zijn naam is, wordt hij in eigentijdse verslagen ook wel aangeduid als Julius. De Van Eysinga’s bezaten te Oenkerk een buitenplaats waarvan Juw’s oudere broer, Aede van Eysinga (ca. 1560-1619) eigenaar werd. Juw erfde op zijn beurt van moederszijde de Juwsma State te Wirdum. Lange tijd werd deze state bewoond door de adellijke familie Van Juwsma. Lisck’s vader Juw van Juwsma (? -1541) was echter de laatste mannelijke telg en via zijn dochter vererfde de state naar de familie Van Eysinga.

Juwsma State boven Wirdum, op de Schotanuskaart uit 1718

In het dagboek van stadhouder Willem Frederik komt in het jaar 1648 een passage voor met de volgende tekst:
Hij seyde dat de Eissinga so olde edelluyden niet waeren, en de overste lieutenant Eissinga had Grettinga tot een vrauw, en sijn moeder [Lisck van Juwsma] wass een slechte vrau van Douay
.
Deze zin blijkt gezegd te zijn door kapitein Ernst van Haren (1623-1701), waarin hij dus behoorlijk roddelt over de dan al 17 jaar overleden Juw, zijn vrouw en zijn moeder. Douay is een bekende universiteitsstad in Frankrijk, waar veel Friese edellieden studeerden in de 16e/17e eeuw.

Juw van Eysinga huwde ongeveer in 1590 met Rientje Riencksdr van Gratinga (?-1613) en samen kregen zij drie dochters:  Anna, Lisck en Catharina. Anna huwde met ritmeester Hero van Burmania die in 1632 sneuvelde tijdens het beleg van Maastricht. Catharina trouwde in 1619 met haar achterneef Aede van Eysinga. Juwsma State zelf werd helaas in 1816 gesloopt en er is jammer genoeg geen afbeelding van bekend. Op de plaats van de state kwam een nog steeds aanwezige familiebegraafplaats van de familie Eysinga.

Militaire carrière
Juw nam als 21-jarige dienst in het Friese regiment van het Staatse leger. Hij diende vanaf 1584 als vaandrig binnen de compagnie van kapitein Frederik van Vervou (1557-1621). Al in 1586 volgde een promotie tot kapitein en hij was onder andere betrokken bij het beleg van Steenwijk in 1592.
Van 1601-1603 had hij een paar jaar lang een bestuurlijke carrière, omdat hij toen namens Friesland in de Raad van State kwam.

In 1603 volgde hij Taco van Hettinga op als luitenant-kolonel van het Friese regiment.
In 1604 hield hij met zijn compagnie stand, toen Spinola bij Cadzand probeerde om door te breken om Sluis te ontzetten.
In 1622 redde hij Friesland met de kapiteins Abbe van Bootsma en Frans van Donia van een geduchte strooptocht van de Spanjaarden, die toen genoodzaakt waren snel terug te trekken (zie verslag bij Abbe van Bootsma).
In 1626 lag hij in garnizoen te Harlingen.
In 1627 was hij aanwezig bij het beleg van Groenlo.
In 1627 en 1628 lag hij opnieuw in garnizoen te Harlingen.
Volgens zijn grafsteen is hij laatstelijk bevorderd tot luitenant-generaal van Friesland.

Na zijn dood besloten de Staten van Friesland het Friese regiment op te splitsen in twee regimenten. Die stonden vanaf dat moment onder het commando van de kolonels Edzard van Eminga en Jacob van Roussel.

Grafsteen
In 1631 stierf Juw en werd begraven in de kerk van Wirdum. Aldaar ligt in het koor nog de schitterende grafsteen waarop Juw in volledig driekwartsharnas staat afgebeeld. De grafsteen in Wirdum bevat echter een merkwaardig opschrift. Er staat vermeld dat Juw luitenant-generaal van Friesland was, in alle andere vermeldingen wordt hij echter beschreven als luitenant-kolonel. Op zijn grafsteen staat Juw echter afgebeeld met een commandostaf in zijn rechterhand, wat wel wijst op een functie als luitenant-generaal. Wellicht is hij kort voor zijn dood bevorderd tot deze functie.

Op de grafzerk staat Juw dus afgebeeld in vol militair ornaat. Links van hem de wapens van zijn vier grootouders Eysinga-Juckema-Juwsma-Tjaerda.
Rechts de vier grootouders van zijn vrouw: Gratinga-Bonga-Aesgema-Beyma.
Juw staat op een soort van tafel afgebeeld met daarop de militaire attributen handschoenen en helm
De tekst is de grafzerk is als volgt:

Anno 1631 den 4 mayus sterf den eedelen Iulius van Eysinga luitenant generael van Fryslant en capitein van een companye te voet
Ao 1613 de 25 octob sturf die eerbare Rienttie van Graettinga zijn wijf

Eysinga Gratinga
Iuckma Bongma
Iousma Aesgema
Tziarda Beyma

Quem nora libertas medys natriuit inarmis
zug trucis belli nobili fulmer crat
laude sua, et longa maiorum ab origine darum
Diu pro – praefecti munere fubctus obi
hic tumulus mortale tegit, sed gesta supersunt
insignis titulis quies quoq vicit auos

Detail van de grafzerk, met daarop het portret van Juw van Eysinga.

Familiewapen
In het Stamboek van den Frieschen Adel staat dit familiewapen afgebeeld met de beschrijving: ‘in zilver drie rozen van rood’.

Overige
Van Juw is een schitterend portret uit 1611 overgeleverd. Hierop staat hij in stoere houding afgebeeld als een nors kijkende man. Het portret hing lange tijd in het Eysingahuis aan de Nieuwestad in Leeuwarden. Het portret behoort tegenwoordig tot de collectie van het Fries Museum. Binnen deze collectie bevinden zich overigens ook diens harnas en rapier afkomstig van de Juwsma State in Wirdum.

Schilderij van Juw van Eysinga op de leeftijd van 47 jaar. (1611, Jan Urbeijns de Salle)


Harnas en helm, afkomstig van Juwsma State te Wirdum.


Familieleden in het leger

  • Zijn broer Aede van Eysinga (?-1619) huwde Foeck van Eelsma, dochter van watergeus Jelle Ripperts van Eelsma
  • De moeder van Juw zijn vrouw, Cathrina van Aesgema, huwde na het overlijden van haar man Rienck van Gratinga, met Hessel Scheltes van Aysma. Hessel was de bekende president van het Hof van Friesland en uiteraard familie van kolonel Schelte van Aysma.
  • Juw zijn dochter Anna, huwde (1) kapitein/ritmeester Here Upckes van Burmania (ong. 1580-1632).
    Anna huwde (2) in 1635 kapitein Philip van Boshuizen, woonachtig op Juckema State te Stiens.

Vaandel
niet bekend

Compagnie nr. 2
* Juw van Eysinga (*1563-U1631)
* Kapitein van 1586-1631
* Voorganger: –
* Opvolger: ?
* Hoogste militaire functie: luitenant-generaal
* Woonplaats: Wirdum

Meer informatie:
www.andrebuwalda.nl
http://www.stinseninfriesland.nl/JuwsmaStateWirdum.htm
http://www.walmar.nl/inscripties.asp


Woonde te Wirdum, Juwsma/Jousma State.

Hij erfde Juwsma State te Wirdum, via zijn moeder.
In 1584 vaandrig onder kapitein Frederick van Vervou (Vervou/Geschiedenissen, p. 135)
In 1586 benoemd als kapitein.

In 1592 aanwezig bij Beleg van Steenwijk (o.a. bron: https://nha.courant.nu/issue/HD/1892-06-18/edition/0/page/2)
..vijf Vriesche Capiteyns, Peter van Leorden, Juwe van Esinga, Michel Hage, Johan Sageman, Crijn de Blauw,
die drie eersten werden swaerlijck geschoten, d’ander twee met stenen gheworpen…
uit: Everhard van Reyd, ‘Voornaemste gheschiedenissen…’

In 1593 kapitein van Fries regiment (genoemd door Vervou)
In 1599 was Lelie zijn luitenant (dagboeken WL)
Mei 1601 kwam hij vanwege Friesland in de Raad van State.
Op 10-3-1603 aangesteld als kapitein als opvolger van Taco van Hettinga (hij krijgt die compagnie).
Op 16-4-1603 wordt hij luitenant-kolonel, als opvolger van Taco van Hettinga (klopt deze wel, komt van 577a site).
Op 9-3-1603 wordt hij door de Friese Staten benoemd tot Overste Luitenant (www.mpaginae.nl)
In 1604 hield hij met zijn compagnie stand, toen Spinola bij Cadzand probeerde om door te breken om Sluis te ontzetten.
Hij was in 1612 in Harlingen gelegerd, als hoofd van het Friese Regiment (bron: Leeuwarden in de Gouden Eeuw).
In 1616/1617 was hij betrokken bij de ruzie tussen Quirijn de Blau en commis Bolardus.
In 1618 was hij gecommitteerde op de Synode van Leeuwarden ‘zynde de ed. erentveste manhafte Julius van Eijsingha, overste lutenant vant Friessche regiment’, maar Maurits (van Oranje Nassau) excuseerde hem (bron: Tussen Gideonsbende en publieke kerk).
Juw van Eysinga testeerde in 1621 in het tolhuis van het eiland ’s Gravenweerd (zie ook Schenkenschans). (bron: Yme Kuiper)

In 1622 redde hij Friesland met de kapiteins Abbe van Bootsma en Frans van Donia van een geduchte strooptocht van de Spanjaarden, die toen genoodzaakt waren snel terug te trekken.
Op 15-1-1625 wordt Jan Gerckes Hoptilla benoemd tot luitenant in de compagnie van kapitein ‘overste Eysinga’.
In 1627 bij het beleg van Grolle samen met Caspar van Ewsum.

Portret van Juw van Eysinga (1563-1631)
Geschilderd in 1611 door Jan de Salle.

In 1628 stond zijn compagnie op repartitie van Friesland
http://www.mpaginae.nl/At/compagnieschrijvers.htm
Lijst met schrijvers van alle compagnieën op repartitie van Friesland, 1628

In 1628 trouwen er soldaten uit zijn compagnie in de stad Groningen.
In 1630 is hij nog luitenant-kolonel en bevindt zich dan in Harlingen (lijst comp. veldtocht Lingen).
Jan Gerckes Hoptilla is de waarschijnlijke opvolger van zijn compagnie, aangezien die al sinds 1625 zijn luitenant was en kort na Juw zijn overlijden op 27-1631 tot kapitein werd benoemd.

Archief van Ernst Casimir, 1627-1631
372 Brieven, ingekomen van luitenant-kolonel Julius van Eysinga

http://www.dbnl.org/tekst/duyc001jour06_01/duyc001jour06_01_0001.php:
[Den 20en May 1601]
Den 20en May quam van wegen die van Vrieslant in den Rade van State Julius Eisinga, die te vooren capitein was geweest ende nu nieu in de regieringe was getogen

Zie uitnodiging begrafenis Isck van Feytsma, 31-5-1615
Woonplaats: [Wirdum]
– d’Overste Eysingha met sijn dochters
http://www.mpaginae.nl/MurBak/leedbrieven.htm

Uitgenodigd voor de begrafenis van Sjouck van Liauckema, juli 1620.
Woonde te Wirdum
vidit – Heer Julius van Eisingha
http://www.mpaginae.nl/At/Liauckamaleed.htm

http://www.simonwierstra.nl/Burmania.htm
Kolonel in het leger.Hij woonde later in Wirdum.
Hij testeerde op 20-8-1621 (EEE I-377v/379,registratie 24-1-1656).
Zijn jongste dochter Catharina zal Juwsmastate te Wirdum erven en ook dochter Anna erft.
Het testament is ook te vinden in T323-02,25).

vindplaats: in de kerk
type: Grafstenen
bron: Grafschriften Roorda
plaats: Wirdum
boeknummer: 6846
Anno 1631 den 4 mayus sterf den eedelen Iulius van Eysinga luitenant generael van Fryslant en capitein van een companye te voet
Ao 1613 de 25 octob sturf die eerbare Rienttie van Graettinga zijn wijf
Eysinga Gratinga
Iuckma Bongma
Iousma Aesgema
Tziarda Beyma
Quem nora libertas medys natriuit inarmis
zug trucis belli nobili fulmer crat
laude sua, et longa maiorum ab origine darum
Diu pro – praefecti munere fubctus obi
hic tumulus mortale tegit, sed gesta supersunt
insignis titulis quies quoq vicit auos

Kenmerken

NationaliteitFriesland
NaamJuw van Eysinga
WoonplaatsWirdum, Juwsma State
CompagnieC02
C27
RangFriese Nassause Regiment - kapiteins
Friese Nassause Regiment - Luitenant-Generaal
Friese Nassause Regiment - Luitenant-Kolonel
Officier van:1586 en 1603
Officier tot1601 en 1631
Vermeld bij:
Gesneuveld-
(BK nr.)13984
Blogja
Portret/State/Familiewapen
AfbeeldingenState
Grafsteen
Familiewapen
Harnas/helm

Andere luitenant-kolonels

Admiraliteit van Friesland - Kapitein

Admiraliteit van Friesland - Luitenant-Admiraal

Friese Nassause Regiment - Cornet

Friese Nassause Regiment - kapiteins

Friese Nassause Regiment - Luitenants

Friese Nassause Regiment - Ritmeesters

Groninger Nassause Regiment - Kapiteins

Hoogduitse Nassause Regiment - Kapiteins