Justus Bartholomeus de Coninck

Woonde te Dokkum in 1748.
Hij werd erfgenaam van Aesgema State te Dantumawoude, welke hij verkocht aan secretaris Willem Bergsma.

In 1748 is hij heer van Peize en Meninge.

In 1742 eigenaar van Clantstate te Augsbuurt.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_Aemilius_van_Unia
Van Unia behield de functie van dijkgraaf van de contributie zeedijken Kollumerland tot zijn overlijden.
Dit ambt deelde sinds 1744 hij met zijn schoonzoon Justus Bartholomeus de Coninck welke dijkgraaf was van het Ooster-Nieuwkruisland en het Burumerland.[4]

Op 6-4-1747 lag hij in garnizoen te Breda en was hij kapitein in het tweede bataljon van Oranje-Friesland.
(stadsarchief Breda, notariele archieven, inzake een huis te Kollum)
https://www.openarch.nl/brd:7c387f48-0b14-c2da-251a-7a888da9e30d/nl

jr. Justus Bartholomeus de Conink oud capt: van een compagnij te voet wonagtig tot Dokkum’
Genoemd op op 12-4-1748. Hij verkoop land te Kollum. Bron: KOL 113 95vo

http://www.dekleibosch.nl/wp-content/uploads/2016/02/6.-Het-huis-Mensinga-te-Roderwoldede.pdf
Op 1 oktober 1795 stroomde het volk van Roderwolde naar het Blauwe
Paard, de herberg van Jacob Datema. Hier zou de ‘erfachtige verkoping’
plaatsvinden van de vaste goederen van wijlen de Heer Gedeputeerde
Justus Bartholomeus de Coninck, in leven Heer van Peize en Mensinga.
De goederen werden aangeboden door Theodora Sufrida van Unia, de
weduwe van Justus Bartholomeus de Coninck. Het totale bezit van de
familie de Coninck in Roderwolde, inclusief de oude havezate, werd op
die dag onder de hamer gebracht, een niet-alledaagse gebeurtenis. Ook
uit de omgeving waren tal van kapitaalkrachtige heren naar Roderwolde
getogen om mee te bieden. De totale opbrengst van de veiling was f
19.306.23