Johan Harmens van Idsinga
Woonde te Marrum, Ponga State.
Eigenaar Botnia State te Marrum.
Op 17-11-1673 werd Jan Idsinga schrijver van de compagnie van kapitein (Schelte Feye) Heemstra, als opvolger van Dr. G(ilbartus) Baey (Bay)
Op 10-11-1688 werd Jan van Idsinga cornet in de compganie van ritmeester Hemmema, als opvolger van F. van Grovestins.
Op 10-8-1689 werd Jacobus Frenoy cornet in de compagnie van ritmeester Hemmema, als opvolger van J(ohan) van Idsinga.
Op 9-3-1689 werd J(ohan) van Idsinga kapitein, als opvolger van I. de Bresco.
Kapitein, later kolonel, laatst generaal-majoor en commandeur van de fortressen aan de Schelde.
Getrouwd te Marrum, att. van Leeuwarden 14 maart 1697. De Heeren van den Raede, 319, 365.
Paspoort, uitgegeven door Johan van Idsinga, Generaal Majoor over de troepen van Haar Hoogh Mogende de Heeren Staaten Generaal der Verenigde
Omstreeks 1730.
Nederlanden, Collonel van een Regiment Infanterie en Commandeur en Cheff van Lillo en
Liefkenshoek en verdere Forten langs de Schelde, etc. etc. etc.
[…….]
Zie ook tekening van Ponga State van J. Stellingwerf uit 1723: ‘Ponga State te Marsum, behoort den Brigadier Idzinga, 1723’.
Hij was in 1700 majoor (doopboek Marrum)
Hij was in 1710 brigadier (doopboek Marrum)
Raad van State: Commmissieboeken, Naam: Johannes van Idsinga
Periode: 1586 – 1792
Naam Johannes van Idsinga
Functie Kapitein
Datum 20-5-1689
Raad van State: Commmissieboeken, Naam: Johan van Idsinga
Periode: 1586 – 1792
Naam Johan van Idsinga
Functie Sergeant Majoor van het Regiment voetknechten van Kolonel Scheltinga
Datum 27-5-1693
http://www.mpaginae.nl/At/kolonels.htm
Idsinga, Johan Harmens v. – i.p.v. G. v. Coehoorn – C.I. – 1 mrt. 1703
Raad van State: Commmissieboeken, Naam: Johan van Idsinga
Periode: 1586 – 1792
Naam Johan van Idsinga
Functie –
Datum –
Raad van State: Commmissieboeken, Naam: Jan van Idsinga
Periode: 1586 – 1792
Naam Jan van Idsinga
Functie Brigadier van de Infanterie
Datum 1-1-1709
Raad van State: Commmissieboeken, Naam: Johan van Idsinga
Periode: 1586 – 1792
Naam Johan van Idsinga
Functie Majoor Generaal van de Infanterie
Datum 11-3-1727
Raad van State: Commmissieboeken, Naam: Jan Godin
Periode: 1586 – 1792
Naam Jan Godin
Functie Commandeur van de forten Frederik Hendrik en de Kruisschans op de Schelde
Voorganger wijlen Johan van Idsinga
Datum 6-4-1730
Zijn functie generaal-majoor op grafzerk dochter Titia te Leeuwarder Bos.
http://www.stinseninfriesland.nl/BotniaStateMarrum.htm
Huis en grond zijn later in bezit gekomen van de familie Van Idsinga. In het stemkohier van 1728 staat de stem op naam van generaal-majoor J. van Idsinga en wordt het land “bij stukken verhuurd”. In 1753 werd Botnia State, groot 93 pondemaat (ca. 34 hectare), verhuurd door de erven van generaal Johan van Idsinga. Waarschijnlijk betrof dit echter de boerderij en was de state inmiddels gesloopt. In 1832 is het stateterrein vermeld als boomgaard en eigendom van Louw Alefs Olivier.
Tekening uit 1862 van Botnia State te Marrum, getekend door Dominicus Cannegieter.
Wapens Idsinga-Coenders op bovenkant van een lepeltje, met afbeelding van Botnia State.
Daarbjj de tekst ‘Botnia State Herbout 1753’.
AAB: mogelijk heeft hij deze Botnia State erbij gekocht omdat hij in Marrum al een state bewoonde.
http://www.stinseninfriesland.nl/PongaStateMarrum.htm
Daarna kwam Ponga-State aan hun dochter Alegunda van Coenders die in maart 1697 te Marrum met Johan van Idsinga trouwde. Deze Johan van Idsinga was kapitein, kapitein te voet, commandant van de “forteressen” aan de Schelde, generaal-majoor en kolonel in dienst van de Staat der Vereenigde Nederlanden. Hij was toen hij trouwde Majoor van een regiment infanterie maar heeft op zeker moment zijn zwaard aan de wilgen gehangen want in 1728 was hij zelf gebruiker van de landerijen van Ponga State. Hij overleed in 1730. Alegunda van Coenders overleefde haar man en woonde als weduwe op Ponga State waar ze in 1746 stierf. Beide echtelieden zijn bijgezet in een grafkelder in de Marrumer kerk. Uit hun huwelijk zijn dertien kinderen geboren, waarvan enkelen op Ponga-State hebben gewoond, namelijk hun zoon Johan Roelof van Idsinga, overleden te Leeuwarden 12 November 1740.
http://www.stinseninfriesland.nl/SixmaStateTzummarum.htm
1698 erven Saco van Idsinga eig., gebr. Jarich Gerrits
1700 De hr. maj. Jan van Idsinga eig., Jarich Gerrits gebr.
1728 Brigadier Johan van Idsinga eig., Riemer Gerbens gebr.
http://www.stinseninfriesland.nl/TjallingaStateHantum.htm
1698 Johan van Idsinga en Sytse Teeckes; gebruiker Hendrick Hendrixs
1728 Johan van Idsinga
https://hanleune.nl/images/Bestanden/De%20forten%20Lillo%20en%20Liefkenshoek/Lillo-Liefkenshoek,%20deel%201%20(webversie).pdf
LILLO EN LIEFKENSHOEK
DEEL 1
Webversie maart 2015
—-
Na het overlijden van Charles Lonque werd
het voorzitterschap in dit tijdvak niet vervuld door zijn opvolger (Idsinga) maar door de
commies Willem Ferleman. Dit hield waarschijnlijk verband met het feit dat Idsinga in de
eerste jaren van zijn aanstelling te Lillo incidenteel buiten dit fort verbleef (bij zijn in
Friesland gelegerde compagnie). Hij trad pas als president aan op 2 juni 1718. 63 Hij verbleef
overigens ook daarna nog regelmatig in Friesland.
—-
Jaar Naam commandeur Omvang compagnie ! Kosten per compagnie !Traktement commandeur
1715 Lonque (Z) 50 809:5 80
1716 Lonque (Z) 44 735:15 80
1717 xxx xxx xxx xxx
1718 Van Idsinga (F) 44 735:15 166:13:4
1719 Van Idsinga (F) 44 735:15 166:13:4
1720 Van Idsinga (F) 44 735:15 166:13:4
1721 Van Idsinga (F) 44 735:15 166:13:4
1722 Van Idsinga (F) 44 735:15 200
1723 Van Idsinga (F) 44 735:15 200
1724 Van Idsinga (F) 44 735:15 200
1725 Van Idsinga (F) 44 735:15 200
1726 Van Idsinga (F) 44 735:15 200
1727 Van Idsinga (F) 55 882:5 200
1728 Van Idsinga (F) 55 882:5 200
1729 Van Idsinga (F) 55 882:5 200
1730 — 55 882:5 —
—-
Het kwam in de 18de eeuw diverse malen voor dat een compagnie van een commandeur van
Lillo niet drukte op de begroting van het gewest Zeeland maar ten laste kwam van een ander
gewest van de Republiek. Dat was het geval met de compagnie van commandeur Van Idsinga
in de periode 1718-1729 (de financier was het gewest Friesland), de compagnie van De
Trevelin in de periode 1758-1762 (die bekostigd werd door het gewest Gelderland) en die
van Bedaulx in de periode 1773-1785 (die drukte op het oorlogsbudget van de provincie
Holland). Het is niet duidelijk of de niet uit de kas van het gewest Zeeland bekostigde
compagnieën steeds in de nabijheid van hun commandeur in de Scheldeforten verbleven.
Vermoedelijk was dit niet steeds het geval, hetgeen mede zou kunnen verklaren waarom de
commandeurs af en toe in de Scheldeforten afwezig waren. Dat gold in het bijzonder voor
Idsinga.
—
Vanaf de 18de eeuw manifesteerden zich grote verschillen in de traktementen van de
commandeurs van Lillo en Liefkenshoek. Die zijn nagenoeg volledig te herleiden tot
verschillen in militaire rang. Meer en meer werd de functie toevertrouwd aan een officier met
een hogere rang dan kapitein. Dat gebeurde voor de eerste maal in 1701 toen de leiding van
Lillo in handen kwam van de luitenant-kolonel Carel Willem baron de Sparre, die de
commandeursfunctie te Lillo vervulde in de periode 1701-1703. In 1701 verdiende hij 200
pond Vlaams per jaar. 215 Dat gold in de periode 1722 tot en met 1729 ook voor de kolonel
Johan van Idsinga, evenals voor de kolonel Jan Marcus de Salve in de periode 1763 tot en
met 1768. Kolonel Sigismundus Gross de Trevelin verdiende in de periode 1758 tot en met
1762 zelfs ruim 251 pond Vlaams per jaar. 216
Het kwam in de 18de eeuw veelvuldig voor dat het traktement van een commandeur van Lillo
en Liefkenshoek niet ten laste kwam van het gewest Zeeland maar van een van de andere
gewesten van de Republiek. Dat gold voor:
• Johan van Idsinga in de periode 1718 tot en met 1729 (financier: het gewest
Friesland).
• Casimir Abraham graaf van Schlippenbach in 1750 (financier: het gewest Holland).
• Sigismundus Gross de Trevelin in de periode 1758 tot en met 1762 (financier: het
gewest Gelderland)
• Henry Bedaulx in de periode 1773 tot en met 1785 (financier: het gewest Holland)
De verklaring voor deze financieringswijze is dat de genoemde officieren na hun benoeming
tot commandeur van Lillo en Liefkenshoek verantwoordelijk bleven voor een compagnie van
het Staatse leger, ook als deze compagnie buiten het gewest Zeeland was gelegerd. De kosten
van “hun” compagnie bleven drukken op het oorlogsbudget van het betreffende gewest,
inclusief de kosten van het traktement van de bevelvoerende officier, ook nadat deze met de
leiding van de Scheldeforten was belast. Dat de commandeur van Lillo en Liefkenshoek de
verantwoordelijkheid behield voor zijn “eigen” compagnie verklaart waarom het nogal eens
voorkwam dat hij enige tijd in Lillo afwezig was. De Gecommitteerde Raden van Zeeland
toonden zich daarover soms bezorgd. Zo verbleef Johan van Idsinga regelmatig buiten het
fort Lillo, waardoor hij wel formeel doch niet de facto als commandeur van de Scheldeforten
kon functioneren. 217
—
Toen Paul
Brunet de Rochebrune zich omstreeks 1685 in Leeuwarden vestigde werd hij daar kamerheer
van de Prinses van Oranje-Nassau; zijn vader was kort na zijn vestiging in Leeuwarden
benoemd tot luitenant in de garde van de Prins van Oranje, stadhouder van Friesland. Johan
van Idsinga trad (in 1720) op als bemiddelaar tussen het huis van Oranje-Nassau en het
bestuur van het gewest Zeeland over kwesties betreffende de markizaten van Veere en Vlissingen
—
C. Commandeurs van Lillo en Liefkenshoek 1700-1786
1. Carel Willem baron de Sparre, benoemd op 16-2-1700, aanvankelijk alleen als
commandeur van Lillo; 287
hij werd op 25-11-1701 als commandeur tijdelijk
vervangen door Paul Brunet de Rochebrune, luitenant-kolonel der infanterie; in juni
1702 werd hij tijdelijk vervangen door de luitenant-kolonel baron Willem Jan van
Dedem; 288 op 16-7-1703 werd De Sparre ook tijdelijk belast met het
commandeurschap van Liefkenshoek. 289
2. Charles Lonque, benoemd als commandeur van Lillo op 11-7-1703 en van
Liefkenshoek op 6-10-1703. 290
3. Johan (van) Idsinga, benoemd op 11-1-1715. 291
4. Johan Godin, benoemd op 30-3-1730. 292
5. Evert Jan de Vassy, benoemd op 19-11-1736; 293 gesneuveld op 30 september 1747.
6. Casimir Abraham, graaf van Schlippenbach, benoemd op 4-8-1749; 294 nam ontslag
in maart 1750.
Kenmerken
Nationaliteit | Friesland |
Naam | Johan Harmens van Idsinga |
Woonplaats | Marrum, Ponga State |
Compagnie | C152 |
Rang | Friese Nassause Regiment - Cornet Friese Nassause Regiment - Generaal-Majoor Friese Nassause Regiment - kapiteins Friese Nassause Regiment - Kolonel Friese Nassause Regiment - Sergeant |
Officier van: | 1689 |
Officier tot | 1730 |
Vermeld bij: | |
Gesneuveld | - |
(BK nr.) | 35357 |
Blog | - |
Portret/State/Familiewapen | |
Afbeeldingen | State State Familiewapen Zilverwerk Overige Beleg, fort, etc. |
Carrière
Schrijver in compagnie C164 van 1673 tot <1688 |
Andere generaal-majoors
Admiraliteit van Friesland - Kapitein
Admiraliteit van Friesland - Luitenant-Admiraal
Friese Nassause Regiment - Cornet
Friese Nassause Regiment - kapiteins
- Adriaen Slijp
- Arent van Arentsma
- Binnert van Heringa
- Bonefacius van Scheltema
- Damas van Loo
- Doecke van Hemmema
- Doecke van Rinia
- Douwe Aylva van Loo
- Douwe van Andringa
- Douwe van Glins
- Epe van Heemstra
- Frans Aebinga van Humalda
- Frans van Cammingha
- Frans van Donia
- Frans van Roussel
- Georg Frederik thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg
- Gosewijn van Wiedenfelt
- Hans van Oostheim
- Harmen van Wonsdorp
- Hessel Hotzes van Aysma
- Ids van Eminga
- Idzart van Grovestins
- Jacob van Roussel
- Jacob van Ruffelaer
- Jacques van Challansi
- Jacques van Oenema
- Jan Gerckes Hoptilla
- Jan Sageman
- Jan van Burmania
- Jan van Idsaerda
- Jarich van Hottinga
- Johan van Bonga
- Juw van Eysinga
- Juw van Harinxma
- Leendert Huijghis
- Lolle Jarichs van Ockinga
- Ludolf Potter
- Michiel Hagen
- Peter van Sedlnitsky
- Philip van Boshuizen
- Quirijn de Blau
- Rencke van Lycklama
- Rienck van Dekema
- Rogier Adriaansz. Slijp
- Ruurd van Feytsma
- Seerp van Dijxtra
- Simon Jongestall
- Sybe van Aylva
- Sybren van Walta
- Taecke Hommes van Hettinga
- Taecke Lieuwes
- Tiete van Galama
- Tjaard Jansen Wederspan
- Tjalling van Sixma
- Tjerck van Solckema
- Wigle Dyes van Hania
- Willem van Inthiema
- Wopcke van Herema
- Wybren Sydsz. van Roorda