Jan Andries van Sytzama

Kapitein over een compagnie te voet in het regiment van prins Christiaan van Nassau Dillenberg, majoor (16.3.1743), luitenant-kolonel (18-3-1746), kolonel (30-11-1747), kolonel-commandant (23-3-1748) bij het regiment v/d generaal-luitantant Albert Wolfgang graaf van Lippe Schaumburg, generaal-majoor bij de infanterie in dienst van de Staten-Generaal 14-3-1766.
Hij was getuige bij het opstellen van de huwelijksvoorwaarden tussen zijn ‘neef’ Hotze Lauta van Aysma en Anna Geertruid Swaen in 1727.

Op 19-8-1713 werd hij kapitein als opvolger van J(etze) E(dzardus) van Beyma.

Zijn oomzegger, de dichter Clara Feyoena van Sytzama kwam bij hem wonen na de dood van haar leermeester Justus Conring, die in 1748 echter overleed aan TBC.