Focko Jurjens Stapert
Woonde te Harlingen.
Hij was korporaal Friese admiraliteit, kapitein ter recherche Admiraliteit (1712)
Portret van Fokke Stapert ‘Pictor Harlingensis, Nato 1683’, tekening in kleur door Taco Hajo Jelgersma uit 1732, collectie Prentenkabinet Leiden, PK 0910.
vindplaats: Westerkerk
type: Grafstenen
bron: Grafschriften Harlingen
plaats: Harlingen
boeknummer: 2557
Anno 1743 den 18 november stierf de coopman Salomon Stapert oudt 23 1/2 jaaren en leidt alhier begraven
Anno 1746 den 16 sept. is overleeden Voetia van Alema wed: wijl: de capitain Foeco Stapert oudt 61 1/2 jaaren en leidt alhier begraven
zie ook:
In dienst van de Admiraliteit in Friesland
Pas in 1710, zo’n acht jaar na de gedocumenteerde verklaring van schilder Matthijs Naiveu over de vorderingen van zijn leerling, vinden we de volgende vermelding over Fokke Stapert. Het blijkt dat hij in dienst was van de Admiraliteit in Friesland. Op 3 april 1710 werd hij benoemd tot kapitein ter recherche van het College ter Admiraliteit in Friesland (een soort douaneambtenaar), in het dagelijks leven ook Wad-kapitein genoemd. Bijna twee jaar later, bij zijn huwelijk op 25 december 1712 met Foeckje Frederiks van Alema (ged Bolsward 22 april 1685, overl Harlingen 8 september 1746) werd er achter zijn naam echter een lagere rang genoteerd: korporaal recherche ter Admiraliteit.
—
In 1716 was hij tot 13 maart gestationeerd op ’s Lands Jacht Henrica Casimira voor de waarneming van de recherche op het Noorder Wad en Nordenijer Wad; van 13 maart tot december 1716 (acht maanden) was hij als kapitein gestationeerd op het Noorder Wad. De officieren en de matrozen ontvingen in maart, juni en december 1716 hun soldij (30 gulden, 20 gulden 18 gulden en 16 gulden per keer). Bij kapitein Fokke Stapert staat geen bedrag, hij “wort per ordonnantie betaalt”.[11] Ook lag hij wel met het ’s Lands Jacht ‘Zevenwolden’ op de rede van Oostmahorn. In 1729 was hij bij Terschelling op de zandplaat de Abt[12] gestationeerd.[13]
—
Wat Fokke Stapert bij de Admiraliteit in Friesland verdiende, valt dus niet op te maken uit de Monster- en betalingsrollen uit 1716. Misschien ontving hij, net als de manschappen van de Admiraliteit van Amsterdam, geen traktement als hij aan wal was. De traktementen die Stapert aan zijn mannen uitbetaalde, waren aanmerkelijk lager dan die van de Admiraliteit te Amsterdam: 30 gulden per drie maanden, tegen een maandtraktement van 30 gulden voor een luitenant en 60 gulden voor een commandeur bij plaatsing op een schip, zoals betaald werd door de Admiraliteit te Amsterdam, en die maandtraktementen waren ook bepaald niet indrukwekkend.
—
Toch was Fokke Stapert niet onbemiddeld: op 19 maart 1721 verkocht zijn echtgenote Foeckje Frederiks van Alema (als testamentair erfgename van Foeckje Junius van Alema, weduwe van wijlen Duco Nauta), samen met IJbeltje Harmens Nauta (als zuster en erfgenaam van Duco Nauta, ontvanger-generaal ter Admiraliteit), voor ruim 6000 gulden bouwland te Almenum aan koopman en steenbakker Seerp Tjekes Gratema, en uit het Stemkohier 1728 blijkt dat kapitein Fokke Stapert in 1728 eigenaar was van (waarschijnlijk) een boerderij bij Zurich, met als huurder Pieter Siebes.[14]
—
Ook andere familieleden, verwanten en nazaten van Fokke Stapert, al dan niet aangetrouwd, hadden diverse functies bij de Admiraliteit in Friesland. Zo was Fokke Staperts zoon Frederik Fokkes Stapert[15] commies ter recherche [16], en kapitein ter recherche in 1731, 1744, en 1758. Deze Frederik trouwde met de dochter van kapitein ter recherche Hielke van der Wolt die in 1716 gestationeerd was op de Abt.[17] Fokkes schoonzoon Evert Frederik Nieuwenhuis was kapitein ter recherche 1748. Evert Nieuwenhuis strandde in 1748 met de uitlegger Jousma ter hoogte van Kolhol (nu gemeente Loppersum, prov Groningen).[18] Fokke Staperts zoon Jurjen Fokkes Stapert was commies en vanaf december 1735-1755 commissaris op de uitlegger in ’t Vlie[19] en ontvanger impost op Vlieland.
Kenmerken
Nationaliteit | Friesland |
Naam | Focko Jurjens Stapert |
Woonplaats | - |
Compagnie | ADMIRALITEIT VAN FRIESLAND |
Rang | Admiraliteit van Friesland - Kapitein |
Officier van: | 1710 |
Officier tot | ? |
Vermeld bij: | - |
Gesneuveld | - |
(BK nr.) | 47043 |
Blog | - |
Portret/State/Familiewapen | |
Afbeeldingen | Geen overige afbeeldingen beschikbaar |
Opvolger in ADMIRALITEIT VAN FRIESLAND | Doecke van Martena |
Andere kapiteins Admiraliteit
Admiraliteit van Friesland - Kapitein
Admiraliteit van Friesland - Luitenant-Admiraal
Friese Nassause Regiment - Cornet
Friese Nassause Regiment - kapiteins
- Adriaen Slijp
- Arent van Arentsma
- Binnert van Heringa
- Bonefacius van Scheltema
- Damas van Loo
- Doecke van Hemmema
- Doecke van Rinia
- Douwe Aylva van Loo
- Douwe van Andringa
- Douwe van Glins
- Epe van Heemstra
- Frans Aebinga van Humalda
- Frans van Cammingha
- Frans van Donia
- Frans van Roussel
- Georg Frederik thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg
- Gosewijn van Wiedenfelt
- Hans van Oostheim
- Harmen van Wonsdorp
- Hessel Hotzes van Aysma
- Ids van Eminga
- Idzart van Grovestins
- Jacob van Roussel
- Jacob van Ruffelaer
- Jacques van Challansi
- Jacques van Oenema
- Jan Gerckes Hoptilla
- Jan Sageman
- Jan van Burmania
- Jan van Idsaerda
- Jarich van Hottinga
- Johan van Bonga
- Juw van Eysinga
- Juw van Harinxma
- Leendert Huijghis
- Lolle Jarichs van Ockinga
- Ludolf Potter
- Michiel Hagen
- Peter van Sedlnitsky
- Philip van Boshuizen
- Quirijn de Blau
- Rencke van Lycklama
- Rienck van Dekema
- Rogier Adriaansz. Slijp
- Ruurd van Feytsma
- Seerp van Dijxtra
- Simon Jongestall
- Sybe van Aylva
- Sybren van Walta
- Taecke Hommes van Hettinga
- Taecke Lieuwes
- Tiete van Galama
- Tjaard Jansen Wederspan
- Tjalling van Sixma
- Tjerck van Solckema
- Wigle Dyes van Hania
- Willem van Inthiema
- Wopcke van Herema
- Wybren Sydsz. van Roorda