Eggerick Mennos Tiddinga

Hij wordt op 30 april 1613 benoemd tot vaandrig in de compagnie Heckman.
Op 27 febr. 1618 wordt hij luitenant ipv Millinga.
Op 2 sept. 1633 wordt hij kapitein.

Op 26 januari 1625 wordt de luitenant Tiddinga gelast zich naar zijn compagnie (onder de hopman Van
Millinga) naar Emden te begeven; hij zal vandaar voor zijn bruiloft 3 à 4 dagen verlof krijgen, maar moet
daarna weer terugkeren; op 2 december 1624 had hij verlof gevraagd; hem waren 14 dagen toegestaan
Als kapitein ligt hij 10 januari 1637 in garnizoen te Groenlo vanwaar in 1641 en 1642 twee van zijn kinderen
met attestatie naar Groningen overkwamen.

1642-04-02 : Lastgeving tot betaling achterstallige gage aan de 2 zoons van wijlen kapitein Tiddinga
Beschrijving:
Lastgeving tot betaling achterstallige gage aan de 2 zoons van wijlen kapitein Tiddinga

1642-01-28 : Bepaald dat partijen in de zaak solliciteur Pouwel Heinens contra de weduwe kapitein Eggerick Tiddinga, zullen worden gehoord in tegenwoordigheid van de kinderen van de laatstgenoemde

favoriet Plaats een aantekening Delen Reageren Print knop
1641-12-11 : Commissie benoemd in het geschil kapitein Gruis contra kapitein Tiddinga. Opdracht voor minnelijke regeling
Groninger Archieven

1 mrt 1638 : Majoor Tamme Tiddinga vraagt alsnog zijn tegoed van zijn salaris van zijn vorige rang
Groninger Archieven

favoriet Plaats een aantekening Delen Reageren Print knop
5 sep 1633 : Is de tot kapitein bevorderde luitenant Tiddinga toegestaan om tot de eerstvolgende Landdag hier te mogen blijven. (Ontving order om met zijn compagnie te trekken van Groll naar Grave.)