Arent van Lintelo
- Geboren ong. 1630
- Zoon van Willem van Lintelo en Johanna van Dorth of Heeckeren
- Hij trouwde in 1670 met Ida Maria van Unia
- Overleed in september 1672 (Rampjaar)
Bij huwelijk ‘Lintelo ’tot de Eeze’ genaamd.
Woonde vermoedelijk te Leeuwarden, omdat daar dochter in 1671 werd geboren.
kapitein <1664 geworden
Op 15-12-1664 was hij aanwezig bij de lijkstatie van de Friese stadhouder Willem Frederik van Nassau-Dietz.
Op 25-8-1666 werd J.F. Alendorph kapitein, als opvolger van N(Arent van) Lintelo.
Op 25-8-1666 werd Christoffel Unico van Beverveurde luitenant in de compagnie van kapitein Lintelo / nu Allendorph, als opvolger van J.T. van Allendorph.
Op 22-12-1666 werd Pieter Pietersen vaandrig in de compagnie van kapitein L. van der Noot, als opvolger van A(rent) van Lintelo.
Op 22-12-1666 werd A(rent) Lintelo kapitein, als opvolger van P(hilip) E(rnst) Vegelin.
Op 22-12-1666 werd Pieter Pietersen vaandrig in de compagnie van kapitein L. van Noot, als opvolger van A. van Lintelo.
Op 3-9-1668 werd Samuel Muller luitenant in de compagnie van kapitein Lintelo / nu Allendoprh, als opvolger van N. Sansterre.
Op 17-10-1668 werd Schelto van Aysma vaandrig in de compagnie van kapitein Lintelo, als opvolger van W. van Jongestal.
Op 29-1-1670 trouwde hij voor het gerecht te Leeuwarden als ‘Arent Lintelo van der Eske’.
Op 28-4-1670 werd N. Danneux (Darreux) vaandrig in de compagnie van kapitein Lintelo, als opvolger van N. Aysma.
In 1672 staat Arnold van Lintelo van d ‘Ese vermeld op de lijst van compagnie ter repartitie van Friesland (Resoluties Staten van Holland), als kapitein in garnizoen te Maastricht.
Op 27 april 1666 bekent Jan Aleffs, ruijter onder de heer Ritmeester Lintloo, garnisoen houdende tot Groningen, schuldig te wesen aen Hette Obbes, wonende onder d’clockslagh Pingum, de somma van 30 car.gls heercomende van toehaeck op een swart bruijn peert bij hem als in den verleden jaere 1665 wel ende te dancke ontfangen. De obligatie wordt op 17 juni 1666 geregistreerd.
(Hypotheekboeken Wonseradeel inventarisnummer 279 folio 37)
(e-mail van Theo Terpstra dd 10-4-2024)
Op 27 februari 1667 bekent Fopke Jelmers, ruijter onder d’here ritmeester Lintloo garnisoen houdende binnen Groningen, schuldig te wesen aen d’notaris Jelte Annij, procureur postulant in de flecke Maccum, een somma van 75 car.gls heercomende van geliquideerde costen ende expensen bij gemelte notaris tegens hem in verscheidene instantien gedaen, mits desen geadsigneert te hebben op Obbe Gatses (TT: te Wons) sodanige penningen als bij den selven nae betalinge van schattinge van lanthuijer bevonden sullen worden overig te zijn, wille en begere dat gemelte Obbe Gatses den selven in volgende jaeren uit d’landthuijer hem competeren ’s jaers sal betaelen 25 car.gls tot d’volle betalinge ten welcke penningen ende betalingen hem Obbe Gatses neffens hem Fopke sullen valideren. De obligatie wordt op 11 maart 1667 geregistreerd.
(Hypotheekboeken Wonseradeel inventarisnummer 269 folio 92&so)
(e-mail van Theo Terpstra dd 11-5-2024)
In de boedelinventaris dd 3-11-1680 opgemaakt te Leeuwarden, van de mr. schilder Johannes Heimans, staan veel vorderingen vermeld, waaronder een flink aantal officiers.
** Vrou Lintelo 9:09 (dit is Ida Maria van Unia, vrouw van kapitein Arent van Lintelo) **
Uit: Gezicht op Leeuwarden. Schilders in Friesland en de markt voor schilderijen in de Gouden Eeuw.
Proefschrift van Piet Bakker, 2008.
Kenmerken
Nationaliteit | Groningen |
Naam | Arent van Lintelo |
Woonplaats | - |
Compagnie | C71 C116 |
Rang | Friese Nassause Regiment - kapiteins |
Officier van: | <1664 en 1666 |
Officier tot | 1666 en >1670 |
Vermeld bij: | |
Gesneuveld | - |
(BK nr.) | 40687 |
Blog | - |
Portret/State/Familiewapen | |
Afbeeldingen | Kastelen Familiewapen |
Opvolger in C71 | Johan Frederick van Allendorph |
Andere kapiteins
Admiraliteit van Friesland - Kapitein
Admiraliteit van Friesland - Luitenant-Admiraal
Friese Nassause Regiment - Cornet
Friese Nassause Regiment - kapiteins
- Adriaen Slijp
- Arent van Arentsma
- Binnert van Heringa
- Bonefacius van Scheltema
- Damas van Loo
- Doecke van Hemmema
- Doecke van Rinia
- Douwe Aylva van Loo
- Douwe van Andringa
- Douwe van Glins
- Epe van Heemstra
- Frans Aebinga van Humalda
- Frans van Cammingha
- Frans van Donia
- Frans van Roussel
- Georg Frederik thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg
- Gosewijn van Wiedenfelt
- Hans van Oostheim
- Harmen van Wonsdorp
- Hessel Hotzes van Aysma
- Ids van Eminga
- Idzart van Grovestins
- Jacob van Roussel
- Jacob van Ruffelaer
- Jacques van Challansi
- Jacques van Oenema
- Jan Gerckes Hoptilla
- Jan Sageman
- Jan van Burmania
- Jan van Idsaerda
- Jarich van Hottinga
- Johan van Bonga
- Juw van Eysinga
- Juw van Harinxma
- Leendert Huijghis
- Lolle Jarichs van Ockinga
- Ludolf Potter
- Michiel Hagen
- Peter van Sedlnitsky
- Philip van Boshuizen
- Quirijn de Blau
- Rencke van Lycklama
- Rienck van Dekema
- Rogier Adriaansz. Slijp
- Ruurd van Feytsma
- Seerp van Dijxtra
- Simon Jongestall
- Sybe van Aylva
- Sybren van Walta
- Taecke Hommes van Hettinga
- Taecke Lieuwes
- Tiete van Galama
- Tjaard Jansen Wederspan
- Tjalling van Sixma
- Tjerck van Solckema
- Wigle Dyes van Hania
- Willem van Inthiema
- Wopcke van Herema
- Wybren Sydsz. van Roorda