A 23/ inv. nr. 337

Brief 3: Kampen 6-26 augustus 1629

Hoochgeborene Grave Genadiger heere,

U E Genaden weten sich genadichst te [ontsinnen] dat ick benefens capitaijn Bonifaes Scheltema door patente  sijner  prencl: excl: alhier ongeveer acht weecken guarnisoen geholden hebben en nu voor ses dagen Capitaijn Leremita zijnde wt die Sweetse truppes bennen gekregen so dat wij hier maer drie compangijen sterck zijn. Die van Swol hebben 27 compangijen sterck bennen En na de male die vijant na gissinge – 8000 sterck onder beleit van den comandeur Dulcken alhier op die naheit bij en omtrent Hattum is leggende daechlijcks dese omliggende dorppen plonderende en brandende en des vijants ruiterije voor onse wachten zijn brauuerende [bravering=kwelling]  t welcke voor swachten van het guarnisoen niet conen beletten. Wij besetten met het guarnisoen die vrijheit van Campen, aenfancklijcken buiten die veenepoorte streckende voor bij ter Elburgerveer bet tot die mont van die haevfven in die zee, zijnde ten naesten bij twee arens gaens in zijn circuuyt. Die EE heere burgemeijsteren hebben een cleyn trencement op die Koelvoetswech nefens  noch een retrencement op die Kneburch (-ugge doogestreept en vervangen door urch) gelecht als zijnde die beijde landt aduenuuen [advenuen= toegangswegen] vereijsten dien volgens alhier noch overnodich drie fijer compangijen te voet en insonderheit een compangie peerden om stedich die ijssel langhs teconden. Die E heere venama heeft voor fijff dagen door laste van haere hoochmogende alhier een hoornwerck op die koelvoetswech bestedet. Met noch een cleijn fijerkante schansken op die kneburch (-gge doorgestreept en vervangen door -ch) maer wert slappelijcken geavanseert vereijsten overnodich dat fijr ofte ses halffve maentijs tusken die kneburch streckende tot die mont van die zeehaeffven geleit werden, en met retrencementen aen melckanderen gesloten. Ick ben berichtet dat die E Ritmeijster Burmania op begeren van die Swol tot Coeverden is gelichtet en bennen harselt gelecht vereijsten alhier veel nodiger een compagnije peerden als bennen harselt eensdeel vermits die grote distantie van wachten om stedes bij die olde ijssel langhs teconden, en oock die vijants rijterije so ons coomen brauueren [kwellen] affbreuck te doen. Die buiten wachten van Campen bewaert zijnden, is Campen natura Loci onwinbaer econtrarie die vrijheit en buitenlandt van Campen verachteloost zijnde en dat die vijants daer [G E t versie?] door slappe wacht t selvige mochte vermeysteren weten U E Genaden sich den toestant en sterckte van campen genadichst te erhinderen hierop een genadichste dispositie van u Genaden onderdanichst verwachtende waermede U E Genaden die E E heeren burgemeijsteren sonderlinge genade geschien sal en desen tot ghene anderen wil ick den Almoegenden getroulickst bidden. U E Genaden in zijne Godtlijcke protexien genadich te erholden met verblieven U E Genaden stedes onderdanichste Dienaer>

Campen den 6-26 augusti 1629   Schelte van Aijsma 1629