A23-337

Brief 19: Langakkerschans 10-20 maart 1632

Hoochgeboorene Graeve Genadiger heere,

U vurstl: Genaden bevillich schrijvent in dato den 7/17 martij nevens bij gevoechde patente van sijne Princel: Excl: en U vurstl: Genaden zijn mij den 10/20 dito well overantwoort sall mij met alle flijt soo vro moegelijcken na denselven inhout onderdanichst weten te richten En mij ten spoedichsten ter destineerde plaetse vervoegen En bij mijne optochte volgens U E Genaden Last Captaijn houverda het commandement en sloetels opdraegen En soo vro ick met schepen accomodeert kan werden Mijn vrouuen en bagasie op Bolswert schicken doe U vurstl: Genade onderdanich bedancken voor die genadige ordninge dat ick in plaetse van mij  eliff appointeerde en noch twee drije soo vermits hoege olderdom en lijves swackheijt onbequaem zijn dienste te doen met andere bequaeme soldaeten versijen werde. Het is seer goedt dat U genaden mij ordre gegeven hebben aen wien ick het comandement sall opdragen sonders welcke ick het volgens olde costuime en observantie aen Capitaijn [Rose?] als zijnde die oldste capitaijn. Edoch met kennis van U Genaden transporteert soude hebben En sonders niet die penneweert hebbende Sall ick den Almoegenden bidden U vurstl: Genaden in allen Graefflijcken welstandt en voorspoedige regieringe geadichst te bewaeren met verblijeven U E Genaden verstedes onderdaniger dienar

Langhackerschans den 10/20 Martij 1632
Schelte van Aijsma 1632