A23-337

Brief 11: 1-13 maart 1631

Hoochgeborene Grave Genadigden heere,

U vurstelijcke genaden hebben uyt ingelechte copien gisteren bij mij ontfangen genadich te vernemen t ghenige haere HM mij in dieselve zijn manderende als oock het Laudum bij den President en Provincialen raet van hollant in saecke en disserenten der welgeboren Grave und heere van Oostvrieslant ter eente en die samtlijcke Erbpachteren van Bunder niulant ten anderen zijde indiceret en uytgesproocken Ende bij haere HM approberet Daer[af?] ick u Graefflijcke Genaden onderdanich hebbe willen aduijseren En mij die saecke sonder UE Genaden kennis en voorweten niet willen aenmatigen nefens onderdanige versoeck UE Genaden gelieven mij hiernevens gelijcke bevellich scrievent te verlenen omme die samtlijcks erfpachten deser landen Ingesetene bij vervolchghe van feitelijcke proceduiringen met die beste voege die behulplijcke handt te bieden en de protegeren ten einde hun coorn en beesten niet distraheret werden Sende u genaden hierbij ingelechte annotatie van die nootwendicheden so alhier tot dienste van het landt dienen gemaeckt en gerepareert te werden. Wesens onderdanige versoecku Graeffelijcke Genaden gelieven dieselve die EdK heeren Gedepytierdenofte die EE heeren vant minder getal althant staets wijse vergadert te comunicieren Ende UE Genaden genadige ordre en bevele bij verwachtende daerna ick mij onderdanich sal weten terichten van [?] niet die penneweert hebbende sal ick den almochenden vlijtilijcken bidden u vurstl. Genaden te conserveren in goede gesontheit met verblieven u genades stedes

onderdanige dienar

Schelte van Aijsma 1631