A23-337
Brief 10: Den Haag 28 februari 1631
Copie
De Staten Generaal der Vereenige Nederlanden
Edele Manhafte lieve besondere wat wij sijn schrijtenden aen den heer Graeff van Oost frieslandt tot stuy […..?] vande feitelicke ceduren ende executies daer met sijn [………?] d’Ingesetenen der landen participanten in Bundernieulandt vervolcht ende quelt sult ghij connen sien uyt d’ingevoeghde copie ende alsoo wij beducht sijn dat de welgemelte heer Graeff mochte connen van de handt te slaen den voorslach bij ons aen sijn ……? den XVI novembris lestleden gedaen ende nu wederom gerepeteert om eenmaels uyt dese questie ende verschillen met de voorsijde participanten bij Justitie te geraecken maer dat hij ter contrarie met sijnen voorsijde feitelicke proceduren enden executien tot hunnen naedael soude willen voorts vaeren Soo lasten ende beveelen u expresselijk mits desen dat ghij de voortsijde participanten als oock haere goederen ende bedrijven jegens dees meerwelgemelten heer Graeffs feitelicke proceduiren ende executies met behulpsame handt effectuelijck sult hebben te protegeren sonder int minste te gedoegen dat se vorder bij datelick holden? werden gemolesteert off onrust waervan ghij niet sult blijven in gebrecke ende de sijt hiermede Gode bevoolen. In ‘s Gravenhage den 28e febrij 1631 geparagrapheert G. Schaffer onderstondt ter ordonnan….? van hoogh gemelte heere Staten Generaal getekent
Cornelis Musch
Edelen Manhaften onsen lieven besonderen Schelte van Aysma, capitein Commandeur In de Langhackerschantz.
[opmerking auteur: Cornelis Musch (1593-1650) was griffier en hiermee de hoogste ambtenaar van de Staten Generaal. Hij stond bekend om zijn corruptie.]
Ga terug naar persoonlijke brieven van Schelte van Aysma