A23-337

Brief 1: Bellingwolde 25 oktober 1628

Hoochgeborene Grave Genadiger heere U E Genaden weten sich genadicht ter hinder dat die besettinge in die Boneschans veel bequaem en gevoechlijcker, als oock met minder costen en moeijte, bij die van Langhackerzijl conde besettet vermits die hoge dijck den gehele wenter drooch en passabel is, en den bennenwech van hier is fast onbruickbaer, in foegen dat die soldaeten bet? tot die knie in slijck en water moeten gaen, telckens als sij melckanderen verlossen, ofte eenige provisie moeten haellen. Comen oock die proviandmeijsters vermits die wech tenemael onbruickbaer is, den turvf voor die Corpus Guarde aldaer niet bestellen, hebben het gisteren op mijne last ondersocht eenige turvf voor die wacht na die Boneschans te schicken, hebben den waegen met den turvf in den wech laeten sitten, en met die losse peerden te rugge moeten keren. Becklaegen gemelte proviandemeijsters hun mede gheen ordre ofte last van die E Heeren te hebben, en buiten haere instructie te zijn aldaer turvf te leveren, en t gheene  sij voor desen gelevert  hebben, met grote moeijte en besuaernis hun betaelinge daerop becomen conde derwegen om aengetogene redenen, so het U E G genadicht mochte gefallen, met veel betere comoditeijt bij die Langhackster besettet werden en die verlossinge, als oock het leveren van den turvf gevoechlijcker en met mindere costen geschien Temeer bij dese iongste reductie het guarnisoen alhier 74 man vermindert is, dienvolgens het itsige?  guarnisoen tot nootwendige besetting hier vereijschet. En oock wel nodich dat die halvfe compangije van capiteijn Ausma alhier bij die wenter mochte verblieven, waerop als oock op het vorige een genadige resolutie van U E ghenaden en onderdanichst verwachtende

Aen die zijl en Ebbe doeren wert nu flijtich gearbeidet.  Het landt is schoon met dese passlijke regen ten naesten bij xbris. In reijdelant is niet die penne weert voorgefallen, men secht dat sij ongeveer 2000 man sterck zijn, die van Lijer hebben hun vooralsnoch niet verstercket. Die ruiterije so tot Jemmingh en aen den Emskant langhs gelegen hebben retireren hun vermits die passlijke? regen tot
Weneren en Bunde. Sal niet onderlaeten U E genaeden het wijdere vervolchge voor so veel die penne weert onderdanicht  te verstendigen. Onderdes den Almogenden getroulijcken biddende
U E ghenaden in sijne Godtlijcke protegie genadich te erholden  , met verblieven U E ghenaeden [stedes?]

onderdaniger dienar

Bellinghwolde den 25 8bris 1628
Schelte van Aijsma  1628