Onno Boldewijn du Tour

Ongehuwd.
Hij was in 1711 in het gevolg van Johan Willem Friso toen die bij Moerdijk verdronk.

Op 29-12-1709 werd O(nno) B(oldewijn) du Tour kapitein, als opvolger van N. (Gerrolt Nicolaas van) Heemstra.
Op 8-7-1712 (er staat 1772?) werd H(ans) W(illem) van Camstra kapitein, als opvolger van O(nno) B(oldewijn) du Tour.

https://www.dagvantoen.nl/prins-johan-willem-friso-vermist-na-veerbootongeluk-bij-strijensas/Volgens de veerman Pieter Cornelisse (21) was de Prins aanvankelijk niet van plan om zelf in de koets plaats te nemen tijdens de overtocht. Hij zou in een roeiboot de overtocht maken, maar koos uiteindelijk voor een groter schip. In zijn gezelschap was onder andere de Friese gedeputeerde Onno Boldewijn du Tour, kolonel Hilken en opperhofmeester baron Van Verschuur.

Maar omdat het begon te regenen schuilde hij tijdens de overtocht, samen met enkele anderen in de koets. Omdat de wind draaide naar het noordwesten, moest de veerman de steven wenden, maar de zeilen wilden niet overgaan. Het zorgde ervoor dat uiteindelijk het schip kapseisde en de koets in het water viel.

Een van de kamerheren verklaarde dat de Prins kort voor het omslaan zelf al had geprobeerd om uit de koets te klimmen.

“Toen liet de Prins het portier van zyne koetse openen, gingk ‘er uyt met de Heeren Hilken en Du Tour; maar de pont, met ‘er haast gansch vol water, wierd toen geheel en al over zy gerukt: De Prins hielt een tijd lang den Heer Du Tour vast, die zelf aan een van de portiers der karossen hielt, niet tegenstaande het water bovern de bak stont; mar een golf brak hun handen los en wierp hen naar beude naar den grondt.”

(uit Heraut van Strijen 2011 – no.2 – Gebaseerd op Oud-Archief Klundert 1)
Toen het schip omsloeg wist Du Tour zich vast te klampen aan de portier van de koets. De Prins hield zich op zijn beurt Du Tour vast. Dat lukte totdat een golf ervoor zorgde dat beiden elkaar moesten loslaten.

Tijdens de zoektocht werden Du Tour, twee bedienden en de koetsier zwaargewond teruggevonden.

“De Heer Du Tour, twee voetjongens en de koetsier wierden byna halfdoot geborgen, en de meeste hadden zig aan ’t vaartuyg of aan een touw vat gehouden”