Persoonlijke brieven

Schelte van Aysma

Gegevens uit de beginfase van Scheltes militaire leven zijn schaars. Het zwaartepunt van het historisch onderzoek lag hierdoor op de periode 1629-1637, grofweg de laatste fase van zijn leven. De belangrijkste bron vormden hiervoor de brieven die Schelte in de periode 1629-1632 heeft geschreven aan zijn bevelhebber Ernst Casimir van Nassau-Dietz. Maar liefst 20 brieven zijn bewaard gebleven in het Koninklijk Huisarchief in Den Haag.

A23-337, Brief 1: Bellingwolde 25 oktober 1628

A23-337, Brief 2: Bellingwolde 21-31 oktober 1628

A23-337, Brief 3: Kampen 6-26 augustus 1629

A23-337, Brief 4: 18-28 november 1629

A23-337, Brief 5: Leeuwarden 10 september 1630

A23-337, Brief 6: Langakkerzijl, 24 september 1630

A23-337, Brief 7: Langakkerzijl 4 november 1630

A23-337, Brief 8: Langakkerzijl 21 januari 1631

A23-337, Brief 9: Den Haag, 28 februari 1631 – Graaf Oostfriesl.

A23-337, Brief 10: Den Haag 28 februari 1631 – Staten Generaal

A23-337, Brief 11: 1-13 maart 1631

A23-337, Brief 12: 7 maart 1631

A23-337, Brief 13: Langakkerschans 15 maart 1631

A23-337, Brief 14: 23 maart 1631

A23-337, Brief 16: Langakkerschans 1631

A23-337, Brief 17: Groningen 1631

A23-337, Brief 18: Langakkerschans 27 februari 1632

A23-337, Brief 19: Langakkerschans 10-20 maart 1632

A23-419, Brief 1 van Ludolf Potter: Langakkerschans 23 juni 1629