Rauwerd – Jongema State

Zwanendrift te Friens, Beslinga State.


Onderstaande 3 aktes komen uit archief Tresoar te Leeuwarden.
Dit, inclusief de transcripties, ontvangen via Willem Hansma, waarvoor dank.

Archiefstuk uit 1722 over de zwanenjacht van Beslinga State te Friens.

Jor: Fr: J: Johan Heringa van Eijsinga, Grijtman over Rauwerderhem, &: &: certificere ende verklare tot opsighter over mijn swane jaght in dese grijtenie aangestelt te hebben, gelijck ick aanstelle bij desen Ente Reins, soon van Rein Ulbes wonende tot Sijbrandaburen, ten einde de selve sorge drage dat de jonge swanen op haar tijd geknobd worden en wanneer se tijdigh of volwassen sijn, de selve hier te brengen, of kennisse te geven dat er soodanige swanen sijn, om hem als dan so ’t de nood vereijscht een helper toe te voegen dat hij voor het knobben en opbrengen van ijder jonge swaan sal genieten vier stuivers; dat niemant anders als hij buiten speciale schriftelijcke last enige swaan sal vermogen op te halen, en bij aldien ijmant al met last enige swanen quame op te halen, so sullen nochtans de vier stuiver voor ijder swaan tot sijn profijte blijven; dat hij mede goede toesight sal houden dat er geen jonge swanen of eijers worden wegh geroofd dat hij so danigh een betrappende sal hebben aan te houden, of met enigh bewijs aan te klagen, mits daar voor tot sijnen profijte genietende sodanige breucken als volgens ’s Lands Ordntie: daar op gestelt sijn en so sij enige snaphaan mogten hebben de selve haar af te te nemen en voor sigh behouden; autoriserende mede den selven om gedurende de verboden tijt van te visschen toe te sien dat niemant in de Zoolster brekken of andere wateren met netten kome te visschen, de overtreders aan te klagen haare netten, visch en ander tuigh na lands placcaat af te nemen waar voor mede de breucken tot sijnen profijte sullen sijn, in dier voegen als na omstandigheijt van saken sal worden goedgevonden; dat hij mede sal mogen opassen dat er niemant in de brekken of andersints en kome te aal zeijlen dat in sulken geval hij sal vermogen haar af te nemen de gevangen Aal beneffens de vis instrumenten, en deselve tot sijnen pofijte behouden. Aldus gegeven op Jongama State tot Rauwert mits altijt voor mij reserverende het recht van revocatie; heden den 30en Martii 1722 en was vertekent


Archiefstuk uit 1752 over de zwanenjacht van Beslinga State te Friens.

Tjeerd Diddes Adsistent in Rauwerderhem to Rauwert, Cornelis Jelles Knegt bij de Heere Grietman Eijsinga verklaren en Attesteren dat in de Reidmeer bij het Huijs van de Heere Grietman voornt: in het voorjaar 1752 sijn uijtgebragt seven jonge swanen, dat die jonge swanen vervolgens door Ons Attestanten sijn geknobd, dat die swannen met haare jongen haar de geheele somer hebben opgehouden op het Nieuland onder den Dorpe Rauwert, en geduijrigh door Ons Attestanten sijn gesien tot aan den ii October 1752. Wanneer wij Attestanten uijt het vliegen van de Oude swanen bespeurden dat die jongen gevangen waren, wijders verklare ik eerste Attestant Tjeerd Diddes dat ik 39 jaren lang de Swanejagt van de Heere Grietman Eijsinga jaarlijks mede hebben waargenomen en Altoos sonder verhinderinge de jonge Swanen geknobd en gevangen tusschen de Rijddijk en de Sneker Trekvaart en Swette van onder den Dorpe Rauwert tot aan Zijttie Sloot lopende van de Rijddijk tot aan de Swette vaart.

Hans Willems woonachtigh in den Dorpe Rauwert verklare ende Attestere voor de oprechte waarheijt, dat ik Attestant op den ii Oktober 1752 ben gegaan na Rodahuijsum Om een Os voor de Extr:[1] Oosterholt te halen, dat ik Atestand de Rijdwech langs gaande tusschen Evert Alberts wed: (ge-)[2] bewoonde Huijsinge staande op het Nieuwland onder den dorpe Rauwert en de sogenaamde ronde Schoorsteen digt bij de rijddijk op het Nieuwland heb gesien twee Oude Swanen en eenige jongen, dat ik Attestant vervolgens wederom komende, drie personen waar onder een in een witte kijl met een snaphaan, heb sien gaan de Nieuwlands wegh langhs na de swanen, die doen wat verder in het Nieuwland op waren, en jagt op deselve maken en daar onder schieten; wanneer de Oude Swanen weg vlogen dat ik Attestant mijn wegh vervolgende bij het Dijkhuijsje bij eenen kleijne Harmen in de wandelinge genaamt bewoondt, gekomen sijnde desselfe Huijsvrouw voor de deur staande ik Attestant aan deselve gevraagt heb wat volk het was dat agter de Swanen was, [dat het volk van de Heer Sijtsma van Friens noch daar[3] was][4], sij mij geantwoordt heeft Pieke en de andere Yede, seggende dat sij het aan Yede gesegt hadde, dat er swanen op het Nieuland waren, met bijvoeginge dat de Heer Zijtsma er wel blijde over soude sijn soo een rest swanen te krijgen, dat ik Attestant verder na Rauwert gaande de beijde Oude Swanen heb sien sitten op het land van Gerben Everts gebruijkende plaats onder Rauwert digt bij de Reidmeer daar sij jaarlijks broeden, dit de waarheijt sijnde hebbe dese gepasseert om te strekken na behoren bereijt sijnde het geattesteerde met solemnelen Eede te bevestigen.

[1] Executeur.

[2] Doorgekrast is: ge-bruijkende Zathe.

[3] Zeer moeilijk leesbaar: gissing.

[4] Deze toevoeging is tussen de regels bijgeschreven.


Archiefstuk uit 1774 over de zwanenjacht van Beslinga State te Friens.
(pag 1/2)


Archiefstuk uit 1774 over de zwanenjacht van Beslinga State te Friens.
(pag 2/2)

Voorkant:

Beschrijving van het regt der Swane Jagt van Jongema State tegenwoordig toebehorende aan de H: W: Geb: Mevrouwe C: van Sminia Douariere wijlen de

H: W: Geb: Heer Jr. T: Æ. Johan Heeringa van Eisinga in leven Grietman over

Rauwerderhem

Den 30 Julij 1774

Blad 1:

Beschrijving van het Regt van de Swane Jagt, toebehorende aan Jongema State te Rauwerd

Eerstelijk beginnen de buitenste Grenspalen der Swane Jagt van Irnsumer Sijl af, de Vaart (genaamt de Musel) Langs onder de Tzijnsel tille door tot aan de Opvaart van het Dijkhuis ten Westen van de Ronde Schoorsteen, en die Opvaart langs tot over de Hooge Heere weg, en lopende bij de weg langs Oostwaarts tot in de oude Sijltje Sloot, en deselve wederom langs tot in de Sneker Trekvaart, en vorders bij de Noordsijde van de Grietenie langs tot aan de Brugge van het Goutumer Nieuklooster, en voorts onder die Brugge door, de Opvaart langs tot aan het Klooster voorts tot aan, en over de Hooge Heere weg (of Hemdijk) en bij het Dijkhuis aldaar over de weg lopende na Speers op de Soom van de Grietenie langs geheel tot aan Sjaardasloot en voorts de Sjaarda sloot langs tot aan de Groene-dijk en loopt over deselve regt uit een stuk weegs in de Sneeker Meer, en lopende dan de Tersoolster Sijlroede weder op tot aan de Sijl, en dan de Groene-dijk langs tot aan de sogenoemde Sevene sloot toe en die weder langs tot in de Brekken en so de Brekken langs Oostwaart de Irnsumer vaart op tot aan de Kerke Buuren van irnsum, en eindelijk daar van daan, bij de andere Buuren door Regt toe wederom na de Irnsumer Sijl, sluitende sig weder om op het begin van de Musel bij Irnsumer Sijl.

Volgens bovenstaande uitschrijving verklaren wij onderges: Auke Dirks en Tjeerd Diddes Adsistenten in Rauwerderhem, dese geregtigheid der voorn: Swane Jagt, door ons een lange reeks van Jaaren so is bedient, en nog wort bedient voor voorn: Eignaarse van Jongema State In kennisse onse handen, en mede van klas Aukes en voors Dorpe Rauwrd

Den 20 Julij 1774


Kenmerken

OmschrijvingRauwerd – Jongema State
Plaatsnaam / dorpFriens
Nummer337
LandNederland
ProvincieFriesland
GebiedOostergo
GrietenijIdaarderadeel
TypeZwanendrift
Zwanenhalsband-
Datering1722, 1754, 1774
Afbeeldingen-