Pluimgraven
In Friesland was zwanendrift één van de verantwoordelijkheden van de Houtvester en pluimgraaf, benoemd door de Staten van Friesland.
We kennen de volgende personen met die functie:
Naam | van: | tot: | Overige: |
dr. Everardus Nicolai | in 1529 | raadsheer Karel V | |
Boudewijn van Loo | 1574 | 1577 | Hij verpacht als Raedt en Rentmeester Generaal van Friesland, het pluimgraafschap van Vriesland voor drie jaar |
Hero van Ockinga (ca. 1510-1587) | 1585 | 1587? | https://www.mpaginae.nl/At/postmrhoutvpluimgr.htm |
Godschalk (Goslick) van Herema (1532-1611) | in 1587, 1589, 1590 | volgens Allefriezen.nl Er is een zwanenmerkboekje uit 1574 van Goslick van Herema, toen grietman van Wonseradeel. Hij staat ook vermeld in Zwanenboekje. |
|
Allert Sirxma/Siercksma (ca. 1530- >1591_ | april 1591 benoemd | ? | https://www.mpaginae.nl/At/postmrhoutvpluimgr.htm zie portret! |
Jan Simons | in 1618 | 1619 | volgens Allefriezen.nl overleed in 1619. |
Sybrant Upckes van Burmania (ca. 1590-1639) | 22-3-1615 eed | 1639 | overleed toen. https://www.mpaginae.nl/At/postmrhoutvpluimgr.htm |
Tjerk van Herema (ca. 1577-1655) | 26-11-1639 eed | 1644 | resigneerde. |
Gemme Laes van Burmania (1626-1671) | 14-2-1645 eed | 1667 | zie portret! Functie staat op zijn zerk vermeld. |
Frans Rienck Eysinga van Burmania (1662-1717) | 14-9-1667 | 1717 | zoon van Gemme Laes. (akte van benoeming van 1682, archieven.nl) Functie staat vermeld op loden kistplaatje. |
Eduard Marius van Burmania (1700-1789) | 28-8-1717 | 1737? | was ook raadsheer vanaf 1737 |
Hector Livius van Haersma (1724-1757) | 1737 | <1757 | overleed in 1757 |
Epo Sjuck van Burmania (1697-1775) | in 1767 | overleed in 1775. zie portret! |
|
Charles Bigot | 1774 | ||
Maurits Pico Diederik van Sytzama (1789-1848) | 1823 | 1848? | gouverneur van Friesland |
Georg Frederik thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg (1791-1868) | in 1829-1832 | archieven.nl, of was hij luitenant-houtvester? zie portret! |
|
Zie ook de pagina: https://www.mpaginae.nl/At/postmrhoutvpluimgr.htm
5 Gewestelijke bestuursinstellingen van Friesland 1580-1795
11 #Tot 1748 hoger beroep op de vonnissen van de houtvester of het Nedergerecht in zaken betreffende overtredingen van de wetten op de jacht en de visserij. In 1748 werd de stadhouder tot Opperhoutvester aangesteld, kort hierop volgde de instelling van een jachtgerecht dat in laatste instantie vonniste. Hiermee hadden Gedeputeerde Staten alle rechtelijke macht op dit terrein verloren.
https://www.mpaginae.nl/At/IMGdb/Enc/EvFP.pdf
PLUIMGRAAF. Ambtenaar, voor het eerst
aangesteld door de Saksische hertogen. Had
toezicht op de zwanejacht* en monopolie van in- en
verkoop der zwaneveren (schrijfpennen).
Aanvankelijk is het ambt aan de meest biedende
verpacht, in 1619 aan de houtvester opgedragen. In
1748 werd de stadhouder van Frl. opperhoutvester
en P. z Jacht.
1500 ZWANENRECHT EN PLUIMGRAAF
In 1500 bedacht hertog Albrecht van Saxen dat ‘alle swaenen den hertogh worden toegewezen’, maar daarmee gingen de Friezen niet akkoord. Wel werd er toen voor het eerst een pluimgraaf aangesteld, die toezicht hield op de zwanenhouderij. Toen werd ook het ‘zwanenrecht’ vastgesteld, een waardevol en begeerd bezit, dat je moest hebben om zwanen te mogen houden. In dat recht stond onder meer dat het verboden was om een zwaan aan een touw te zetten, te ontmerken, een zwanenei te stelen of penveren te plukken. Als een zwanenpaar zijn jongen op andermans grond grootbracht, mochten deze niet worden verjaagd. De eigenaar van dat land mocht wel een ei of jonge zwaan meenemen. De houder bracht zwanen op het land van boeren en leefde van de opbrengst, zoals eieren, dons en vlees. Pluimgraaf is geen adellijke titel maar een eervolle (bij)baan, die van oudsher voornamelijk door edellieden werd uitgeoefend en later ook door leden van de hoge burgerij. Zij hadden daar behoorlijke inkomsten van, al moesten ze daarvan ook een deel afdragen aan hun landsheer.
FRIESE ZWANENBOEKEN
De pluimgraaf werkte namens een vorst of ander hooggeplaatst persoon en was verantwoordelijk voor toezicht en handhaving op onder meer het zwanenrecht en duivenrecht. In feite was de pluimgraaf eigenaar van alle pluimvee in hun graafschap en zelfs de eigenaar van een landgoed mocht niet zomaar jagen op zwanen op zijn eigen land. Eigenaren van zwanen brachten op poten en snavels van hun zwanen een soort huismerk aan om herkenbaar vast te leggen dat het dier hun eigendom was. De aangestelde pluimgraaf hield een en ander bij in een ‘zwanenboek’. In Tresoar zijn nog diverse zwanenboeken bewaard gebleven, met afbeeldingen van die huismerken uit vervlogen tijden.
Tekst Gerhild van Rooij uit Aldtsjerk
Kenmerken
Omschrijving | Pluimgraven |
Plaatsnaam / dorp | Onbekend |
Nummer | 481 |
Land | Nederland |
Provincie | Friesland |
Gebied | Onbekend |
Grietenij | ONBEKEND |
Type | Overige |
Zwanenhalsband | - |
Datering | nvt |
Afbeeldingen | - |