Johan van Alberdingh
Afkomstig van Delfzijl bij trouwen in 1647.
Jan Albertin (Alberdingh?) i.p.v. F. v. Voort, 22 december 1673
Schelto Smisinga ingenieur van de fortificatiewerken te Coevorden i.p.v. J. Alberdingh, 24 februari 1700
https://www.mpaginae.nl/IenK/ingkwart.htm
Raad van State: Commmissieboeken, Naam: Johan Alberdingh
Periode: 1586 – 1792
Naam Johan Alberdingh
Functie Ingenieur of Fortificatiemeester
Voorganger wijlen Frederick van Voort
Datum 1674-10-05
Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Zuid-Holland
Kloosterkerk te ’s Gravenhage
….
IN 1778 was blijkens het vorenaahgehaalde werk van A. Frese nog te zien op de zerken:
—–
14. Hier leggen begraven de Heer Johan van Alberding
ingenieur en directeur van ’s Landts fortificatien overleden den
11 January 1700 en Vrouwe Maria van der Lande zijn huys-
vrouwe overleden den 28 October 1711.
—
Wikipedia:
Na de Tweede Wereldoorlog werd besloten om de Kloosterkerk definitief als kerk te gaan gebruiken. De kerk werd in de jaren vijftig volledig gerestaureerd. De graven werden daarbij geruimd, en de mooiste grafstenen werden in de wandelruimte gelegd of tegen een muur aangebracht.
https://www.geheugenvandrenthe.nl/alberdingh-johan-van
Johan van Alberdingh
Functie: Cartograaf
Geboren: 1618
Gestorven: 1700
(Leer, Dld. ca. 1618-1700). Cartograaf.
Vanaf 1635 student te Franeker. In 1650 admissie als landmeter bij het Hof van Friesland. Diende in 1681 een plan in bij de Staten-Generaal voor het inunderen van de moerassen langs de oost- en zuidgrens van Drenthe en de oostgrens van Groningen. Dit plan ging vergezeld van zes kaarten. Op basis van dit plan werden leidijken met een lengte van 226 km aangelegd. Deze dienden er voor de moerassen door het opstuwen van water onbegaanbaar te houden.
Literatuur
Lit.: F.W.J. Scholten, Militaire topografische kaarten en stadsplattegronden van Nederland 1579-1795 (Alphen a.d. Rijn 1989).
HCL
1636
Authentiek afschrift van de stukken uit 1662 betreffende de verlegging van de Harlinger trekweg in Dronrijp, met ingekleurde situatieschets naar gegevens van landmeter Johan van Alberdingh;1732
https://www.zuiderwaterlinie.nl/1linie/coehoorn/levenslang-onderweg-de-reislust-van-menno-van-coehoorn
Om de begroting van het project op te stellen, moest hij weten wat er aan elke vestingstad moest veranderen. De expertise die daarvoor nodig was, lag op dat moment alleen bij Menno van Coehoorn zelf. Dit betekende dat hij een inspectiereis moest uitvoeren langs zeventien steden; een tocht van Friesland naar Zeeland. Willem III gaf hem ook nog eens mee dat hij zijn werk zo snel mogelijk moest uitvoeren, vanwege de toenemende Franse dreiging. Lang kon hij dus niet blijven op één plek. Gezien het landsbelang nam hij vanaf Zwolle zijn twee beste ingenieurs mee, Johan Vleugels en Johan Alberding.
—
De inspectiereis van 1698
Het was een strenge winter in 1698 toen Menno van Coehoorn op 25 februari uit Leeuwarden vertrok. Ondanks de haast die hij had, liet de genadeloze kou hem kansloos om eerder te vertrekken. Te paard kwam hij een dag later aan in Groningen, de eerste stad die hij moest inspecteren. Meteen na zijn aankomst begaf hij zich naar de vestingwerken, want tijdens oorlogsdreiging was er simpel weg geen tijd om rustig op gesprek te komen in het stadhuis. Hij was nog niet half van zijn paard geklommen of hij stond al op de vestingwallen voor een grondige inspectie.
Hij vervolgde zijn reis naar Coevorden, waar hij wederom oog in oog kwam te staan met de elementen. De toegangswegen naar de stad waren namelijk zwaar overstroomd, wat het bereiken van de stad op korte termijn onmogelijk maakte. Dat betekende verder reizen naar het zuiden richting Zwolle, waar hij werd opgewacht door Vleugels en Alberding. Naast het bezoek aan deze stad nam hij ook een uitstapje richting de lage riviergebieden en moerassen bij de IJssel, die volgens hem gemakkelijk onder water gezet konden worden. Coehoorn was net zo geïnteresseerd in de gebieden tussen de steden als de steden zelf, want het verdedigen van een grensgebied moest zo volledig mogelijk geschieden.
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/mascr_r_pielman_landschap_ommerschans_2018.pdf
3.6 Het onderzoek van Johan van Alberdingh naar de Ommerschans
Na de tweede inval van Bommen Berend was het enkele jaren rustig rondom de Ommerschans. De landbouw en
economie bloeiden rondom het veenmoeras op en de boeren in Ommen begonnen op sommige plaatsen het
veenmoeras te ontwateren om boekweit te verbouwen.104 Doordat er op steeds meer plekken werd ontwaterd
kwam de militaire functie van het veenmoeras in gevaar. Wanneer het veenmoeras niet nat genoeg was konden
vijandelijke legers het moeras zo oversteken. In 1675 is er een resolutie aangenomen dat niemand binnen een
afstand van driehonderd roeden van de vesting het veen mocht bewerken of boekweit verbouwen.105 Deze
maatregel, bedoeld om het gebied moerassig te houden, gaf in 1679 aanleiding tot twisten met de bezetting van
de schans en de inwoners van Ommen. In plaats van de Ommenaren waren het namelijk de soldaten die
boekweit aan het verbouwen waren, daarnaast brandde de kapitein grote stukken heidevelden af.106
De Raad van State besloot in 1681 een onderzoek in te stellen naar de omstandigheden van het veenmoeras van
de Ommerschans. Het onderzoek moest uitwijzen of het mogelijk was het veenmoeras weer volledig te
inunderen en het zo onbegaanbaar mogelijk te houden. Jan van Alberdingh, militair ingenieur, werd aangesteld
als deskundige in het onderzoek, hij schreef
een rapport met bijbehorende kaarten (fig.3.12).
107
Van Alberdingh heeft samen met
enkele andere experts door de
veenmoerassen van Zuid-oost Drenthe,
Noord-Overijssel en Oost-Groningen
getrokken.108 Van deze tocht heeft van
Alberdingh een verslag gemaakt. Wieten en
Versfelt hebben het originele verslag van Van
Alberdingh getranscribeerd.109 Hij schrijft in
het verslag dat op verschillende plaatsen
rondom de Ommerschans door plaatselijke
boeren griften (waterlopen) en kanalen waren
gegraven om het veenmoeras te ontwateren.
Zijn kaart laat zien dat op verscheidene
plekken rondom de Ommerschans
boekweitakkers werden aangelegd.
110 (fig. 3.10)
etc etc.
Lidmatenregister Herv. Gemeente Leeuwarden
Bron: DTB LidmatenSoort registratie: DTB Lidmaten inschrijving(Akte)datum: 19-10-1648Plaats: Leeuwarden
Bijzonderheden:
Op 19 oktober 1648 ingekomen
Man: Johan van Alberding
Vrouw: Aeltie Wijngaerdt
Kenmerken
Nationaliteit | Duitsland |
Naam | Johan van Alberdingh |
Woonplaats | Leer, Delfzijl, Leeuwarden, 's Gravenhage |
Compagnie | INGENIEURS |
Rang | Friese Nassause Regiment - Ingenieur |
Officier van: | 1674 |
Officier tot | 1700 |
Vermeld bij: | - |
Gesneuveld | - |
(BK nr.) | 48050 |
Blog | - |
Portret/State/Familiewapen | - |
Afbeeldingen | Beleg, fort, etc. Beleg, fort, etc. |
Andere Friese ingenieurs
Admiraliteit van Friesland - Kapitein
Admiraliteit van Friesland - Luitenant-Admiraal
Friese Nassause Regiment - Cornet
Friese Nassause Regiment - kapiteins
- Adriaen Slijp
- Arent van Arentsma
- Binnert van Heringa
- Bonefacius van Scheltema
- Damas van Loo
- Doecke van Hemmema
- Doecke van Rinia
- Douwe Aylva van Loo
- Douwe van Andringa
- Douwe van Glins
- Epe van Heemstra
- Frans Aebinga van Humalda
- Frans van Cammingha
- Frans van Donia
- Frans van Roussel
- Georg Frederik thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg
- Gosewijn van Wiedenfelt
- Hans van Oostheim
- Harmen van Wonsdorp
- Hessel Hotzes van Aysma
- Ids van Eminga
- Idzart van Grovestins
- Jacob van Roussel
- Jacob van Ruffelaer
- Jacques van Challansi
- Jacques van Oenema
- Jan Gerckes Hoptilla
- Jan Sageman
- Jan van Burmania
- Jan van Idsaerda
- Jarich van Hottinga
- Johan van Bonga
- Juw van Eysinga
- Juw van Harinxma
- Leendert Huijghis
- Lolle Jarichs van Ockinga
- Ludolf Potter
- Michiel Hagen
- Peter van Sedlnitsky
- Philip van Boshuizen
- Quirijn de Blau
- Rencke van Lycklama
- Rienck van Dekema
- Rogier Adriaansz. Slijp
- Ruurd van Feytsma
- Seerp van Dijxtra
- Simon Jongestall
- Sybe van Aylva
- Sybren van Walta
- Taecke Hommes van Hettinga
- Taecke Lieuwes
- Tiete van Galama
- Tjaard Jansen Wederspan
- Tjalling van Sixma
- Tjerck van Solckema
- Wigle Dyes van Hania
- Willem van Inthiema
- Wopcke van Herema
- Wybren Sydsz. van Roorda