Hessel Fockes Gerritsma
In 1627 laat hij een epitaaf oprichten in de kerk van Ee, voor zijn vroeg overleden vriend Snelger van Meckema (ong. 1598-1625), welke nog aanwezig is aldaar.
Hij deed de eed als kapitein in 1633/1634.
Hij loopt in 1633 mee als kapitein in de lijkstatie van Ernst Casimir.
Op 7-12-1638 werd Christaan van Oosterzee vaandrig in de compagnie van kapitein Gerrytsma, als opvolger van F. Losecoot.
In de kerk van Beers hing (?) zijn rouwbord en tevens zijn helm etc.
Na zijn dood, wordt op 25-9-1639 Reynolt van Inthiema benoemd als kapitein door de Friese Staten.
Focke Boelens wordt op 24 (of 27?)-9-1639 benoemd als kapitein, als opvolger van Gerrytsma.
LET OP: Wij houden Focke Boelens aan als opvolger van zijn compagnie (bewijs: C. van Oosterzee word vaandrig onder Gerritsma en in die functie opgevolgd onder kapitein Boelens).
https://historischcentrumleeuwarden.nl/boedels/overzicht/y33.htm#n1451
Nummer: 1451
Signatuur: y33; 295
Datum: 1639/09/11
Inventarisant: Hesselus Gerritsma
Beroep inventarisant: Kapitein
http://images.tresoar.nl/wumkes/periodieken/dvf/dvf-0233-1883-15.pdf
9. Sijn er twee houte ruiten met de wapens van Gerritsma.
deese pleegen beijcle in een gemeene houten kast
te zijn , versien met 10 quartieren , dog sonder naamen ,
maar welke verlooren sijn , wanneer het wapen is verplaatst
geworden door het oprigten van de nieuwe Predikstoel;
verder sijn hier bij een ijsere helm, twee swaarden en twee
spooren, en onder de ruiten een epitaphium, welke ornamenten
thans alle geplaatst sijn aan de suider muur boven
de vrouwen banken, daar de oude Predikstoel eertijds gestaan
heeft.
Deese wapens en ornamenten sijn van de twee gebroeders
Philippus Pipinus van Gferritsma en Hessel van Gferritsma,
welke laatste overleed na aanwijzinge van ’t wapen den 9
September 1639
—-
De wapens sijn een goude kruis op een blaauw vel, met
sinspeelinge op deselve leest men om de lijst van de eene
ruit:
Amor meus crucifixus est (1).
En om de andere , to westen van ‘Hessel van Grerritsma:
Lux mea crux Christi (2).
Het epitaphium beneedenswaarts tusschen de beijde ruiten
geplaatst is van de volgende inhoud:
—-
Hæredes (1).
Aeternitatr sacrum.
Hospes.
Si non musaram si Palladis non es Hostis, adsista et lege
Yiri Nobilis Docti facundi, Hesseli Phocae a Gerritsma
monumentum heio vide.
Nee vide tantum , sed mirare et stupe.
Sic sic quod periit
Mei illud Charitum
Deens Frisiadum
Flos ingeniorum.
Quid dicam ultra
Naturæ stupendus labor.
Atque tu Lector ! haere
Fraternos cineres idem cippus togit, Nescis?
Philippi Pipini a Gerritsma
jam. annos XYT.
Septies strategus cæsaris ,
Philippi Miles
Adjutor Gallus
—-
(1) De erven hebben dit aan de eeuwigheid gewijd.
Vreemdeling !
Als Gij geen vijand zijt der Musen of’ van Pallas treed toe en lees !
Zie hier het monument van den edelen, geleerden, weisprekenden
Hessel Fokke van Gerritzma! Zie het niet slechts , maar verwonder
u en zijt verbaasd. Zoo zeer was die uiterst bevallige man , die te
loor ging, een sie-raad van Friesland , een fijn genie , – wat zal ik
meer zeggen ? . .. een bewonderendswaardig werk der natuur !
En Gij lezer! blijf! Weet Gij het niet? . . . hetzelfde lijkgesteente
bedekt de aseh des broeders , . . . van Philippus Pipinus van Gerritzma,
reeds zestien jaren , – zeven maal keizerlijk-veldlieer, – van Philippus
… . als soldaat een helper voor de Franschen, – van den man,
wat meer ? .. . die terwijl hij sterft den krijgs-arend schudt voor het
vaderland.
—-
Viri quid amplius ? dum moritur
Mavortiam Patriae
Quotiens Aquilam.
P : B : A. A. D. T.
Kenmerken
Nationaliteit | Friesland |
Naam | Hessel Fockes Gerritsma |
Woonplaats | - |
Compagnie | C39 |
Rang | Friese Nassause Regiment - kapiteins |
Officier van: | 1633 |
Officier tot | 1639 |
Vermeld bij: | |
Gesneuveld | - |
(BK nr.) | 34800 |
Blog | - |
Portret/State/Familiewapen | - |
Afbeeldingen | Rouwbord Harnas/helm Epitaaf |
Opvolger in C39 | Abraham Staphorsius |
Andere kapiteins
Admiraliteit van Friesland - Kapitein
Admiraliteit van Friesland - Luitenant-Admiraal
Friese Nassause Regiment - Cornet
Friese Nassause Regiment - kapiteins
- Adriaen Slijp
- Arent van Arentsma
- Binnert van Heringa
- Bonefacius van Scheltema
- Damas van Loo
- Doecke van Hemmema
- Doecke van Rinia
- Douwe Aylva van Loo
- Douwe van Andringa
- Douwe van Glins
- Epe van Heemstra
- Frans Aebinga van Humalda
- Frans van Cammingha
- Frans van Donia
- Frans van Roussel
- Georg Frederik thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg
- Gosewijn van Wiedenfelt
- Hans van Oostheim
- Harmen van Wonsdorp
- Hessel Hotzes van Aysma
- Ids van Eminga
- Idzart van Grovestins
- Jacob van Roussel
- Jacob van Ruffelaer
- Jacques van Challansi
- Jacques van Oenema
- Jan Gerckes Hoptilla
- Jan Sageman
- Jan van Burmania
- Jan van Idsaerda
- Jarich van Hottinga
- Johan van Bonga
- Juw van Eysinga
- Juw van Harinxma
- Leendert Huijghis
- Lolle Jarichs van Ockinga
- Ludolf Potter
- Michiel Hagen
- Philip van Boshuizen
- Quirijn de Blau
- Rencke van Lycklama
- Rienck van Dekema
- Rogier Adriaansz. Slijp
- Ruurd van Feytsma
- Seerp van Dijxtra
- Simon Jongestall
- Sybe van Aylva
- Sybren van Walta
- Taecke Hommes van Hettinga
- Taecke Lieuwes
- Tiete van Galama
- Tjaard Jansen Wederspan
- Tjalling van Sixma
- Tjerck van Solckema
- Wigle Dyes van Hania
- Willem van Inthiema
- Wopcke van Herema
- Wybren Sydsz. van Roorda