Herman van Olthof

Naam ook: Harmen Olthoff.

Hij was kapitein van een compagnie uit Overijssel.

Raad van State: Commmissieboeken, Naam: Herman van Olthoff
Periode: 1586 – 1792
Naam Herman van Olthoff
Functie Kapitein
Datum 14-11-1588

https://www.historischeverenigingsteenwijk.nl/lexicon/index.pdf
Olthoff, Harmen (ca. 1540 – 1620), hopman (kapitein) in dienst van het Staatse leger. Werd in
juni 1580 door de Landsregering naar Steenwijk gezonden om leiding te geven aan het herstel
van de wallen en grachten om de vesting in weerbare staat te brengen. De Steenwijkers vonden
dit overbodig, waarop Olthof dit werk liet uitvoeren door boeren uit de omgeving. Ref.: SV p100

https://oud-utrecht.nl/images/pdf-bestanden/Jaarboek/Jaarboek2015.pdf
Inkwartieringen in Rhenen
In het oud archief van de stad liggen circa 51 patenten of marsorders die een goed beeld geven
welke legeronderdelen er tussen 1585 en 1678 werden ingekwartierd en voor hoelang.19 Deze
patenten zijn ondertekend door de opperbevelhebber. In de periode tussen de dood van Willem
van Oranje en de aanstelling van prins Maurits treffen we één patent aan dat getekend is door
de Raden van Staten, afgegeven te Utrecht in juni 1585. Het betreft de opdracht aan kapitein
Herman van Olthof om met twee compagnieën met de meeste spoed van Utrecht naar Rhenen
te trekken om daar in garnizoen te gaan. Later blijkt dat ingegeven door vrees voor een inval van
de Spaanse legeraanvoerder De Tassis die vanuit Zutphen een rooftocht naar het gewest Utrecht
was begonnen. Olthof en De Tassis kenden elkaar nog van het beleg van Steenwijk in 1580/1581,
waar Olthof één van de vier hopmannen was die de stad tegen De Tassis verdedigde.20 De Tassis
liet echter Rhenen links liggen, waarschijnlijk omdat hij geen belegeringsmateriaal bij zich had,
Hij trof bij Amerongen de Staatse troepen onder aanvoering van de Utrechtse stadhouder Joost
de Soete, bijgestaan door de Gelderse stadhouder Graaf van Nieuwenaar en Meurs met zijn
legeroverste Maarten Schenk. De Staatsen werden in het open veld verpletterend verslagen. De
Tassis ging plunderend en brandstichtend richting Utrecht maar keerde na Houten te hebben
aangedaan weer richting Zutphen.21 De Slag bij Amerongen hoort in het rijtje van tien veldslagen met de meeste slachtoffers, tussen onder andere die bij Heiligerlee en de Mokerhei.

https://www.marceltettero.nl/m.tettero/Kornput.htm
Johan van den Kornput wil na het verraad van Rennenberg in 1580 Coevorden verdedigen tegen het oprukkende Spaanse leger.
Wanneer hij daar met zijn soldaten aankomt, blijkt dat Coevorden niet meer te redden is door gebrek aan middelen.
Daarom trekt hij in het najaar met zijn vendel naar Steenwijk want Rennenberg bedreigt de stad met zijn Spaanse troepen.
Van den Kornput moet hopman Olthoff die sinds de zomer van 1580 in Steenwijk bivakkeert, te hulp schieten.
De bewoners van Steenwijk zien op 17 oktober 1580 niet de legers van Rennenberg, maar de soldaten van Johan van den Kornput en zijn rechterhand Beerenbroek voor de stad verschijnen.
De bevolking haast zich naar de Gasthuispoort waar de hopmannen hun soldaten samenbrengen. Rennenberg zou elk ogenblik met zijn leger voor de stad komen om Steenwijk namens de koning van Spanje in te nemen.

Johan van den Kornput begeeft zich eerst naar de stadsbestuur en vertelt wat Steenwijk te wachten staat.
Hij vraagt toestemming om met zijn soldaten in de stad te komen om de vesting in staat van verdediging te brengen. Het stadsbestuur, dat de belegering door Gelderse troepen 60 jaar eerder nog vers in het geheugen heeft, weigert hem met zijn vendel binnen de poorten te laten.
Van den Kornput laat zich niet uit het veld slaan en stapt naar zijn collega Olthoff die hem toestemming geeft de stad binnen te trekken.
Van den Kornput keert terug naar zijn wachtende mannen en houdt een indrukwekkende toespraak.
De vastberaden stem van Van den Kornput schalt door de stille avond. Alles is woord voor woord te verstaan voor de burgers die zich op de wallen verzamelen.
De geestdrift waarmee de soldaten de eed afleggen, doen de burgers van Steenwijk huiveren.

Van den Kornput zoekt daarna eerst contact met de in Vollenhove gelegerde Staatse vendels van Hans Plaet en Johan Stuper. Zij komen snel naar Steenwijk. De volgende ochtend, 18 oktober 1580, stappen zij de Woldpoort binnen terwijl burgers vanaf de Onnapoort de voorhoede van Rennenbergs leger zien naderen.

Rennenberg wil de stad omsingelen. Zijn soldaten zoeken aan het einde van de middag een onderkomen in de huizen aan de Westwijk en grendelen de stad af.
De Staatse soldaten vullen de poorten met boomstammen en aarde en al op 19 oktober 1580 doen zich de eerste schermutselingen voor.
Hans Mom, aanvoeder van het Friese regiment, smakt dood op de grond nadat hij door een kogel is getroffen.
De Friezen trekken zich daarna over de Aa terug en legeren zich in Tuk. Vandaar uit worden de volgende dag plundertochten ondernomen langs de Zuiderzee naar Vollenhove, Kuinre (Kuynder), Lemmer en Stavoren.

De soldaten van Rennenberg werpen schansen op om de stad te isoleren. Het vendel van Olthoff doet een uitval richting molens buiten de Oosterpoort, terwijl soldaten van Rennenberg een ton met teer tegen de Gasthuispoort rollen en er stro en zwavel naar toe brengen.
De Steenwijkers moeten voor een hevig spervuur schuilen achter hun verschansingen.
Een soldaat van Van den Kornput ziet echter kans de man, die op het punt staat het vuur aan te steken, met een schot te doden.
Een aantal belegeraars is de vorige nacht naar Kuinre getrokken om de twee Staatse vendels onder Escade (Eschede) en Van Langen aan te vallen.
Zij jagen veel Staatse soldaten over de kling. Kuinre wordt bezet.
Johan van den Kornput mist nu dekking in de rug. Maar hij laat niets van zijn twijfels blijken, ook niet op 27 oktober wanneer de graaf van Rennenberg met een vendel ruiters zich bij het Spaanse huurleger heeft gevoegd.

Een week lang wordt aan de verdediging gewerkt. Maar wat doet de vijand eigenlijk? Op 7 november 1580 onderneemt Van den Kornput een uitval. Hopman Olthoff raakt daarbij gewond. Hij krijgt een kogel in zijn been. De uitval leverde zes stuks vee op. Vier soldaten worden gepakt en ondervraagd over de plannen van Rennenberg.

file:///C:/Users/Andr%C3%A9%20Buwalda/Downloads/_journals_oh_5_1_article-p52_6-preview.pdf
De rariteiten-kamer, verbonden aan ’t Amsterdamsche gemeente-archief. door Mr. N. de Roever.
Gaat om stadscompagnies die harnassen kregen van de stad, waarin letters zaten.
Dit waren vermoedelijk de initiaelen van de majoors van de stad.
—-
1) De namen van de majoors en kapiteins van het stadsgarnizoen zijn tot dusverre niet vermeld. SCHAEP geeft
ze in zijn bekend manuscript van 1654 op. Tot in 1611 stond de majoor aan het hoofd zonder eigen kapiteins-compagnie.
Na dien tijd was de majoor tevens kapitein van een der compagnien, en werd zijn inkomen geschat op f 7000, als :
kapiteinsgage f1200, majoorsgage f 1000, vrije huishuur f 1000, vrij vuur en licht f 400, onderhoud van paard fa5o, een
derde n de boeten dergenep, die na ’t luiden der poortklok binnen de stad kwamen, f 1500, drie knechts uit de soldaten
en emolumenten van de soldaten, die den dienst verlieten en 2 a 3 maanden gage moesten laten ?taan, en wapens en
kleederen moesten achterlaten, die de nieuwe soldaten weer van den kapitein moesten koopen, te samen f 1650.

De majoors waren: 1578 CLAES GROOFF, 15.. HERMAN OLTHOFF, 1590 SIMON SWAEN, 1594 CLAES ACKOLEY ,
1611 CLAES LUYTBZ, 1616 CLAES HASSELAER, 1635 DIRK HASSELAER, 1646 PIETER BICKER. De kapiteins waren: ,
van de Ie compagnie 1573 HERMAN RODENBURG DE OUDE, CLAES LuYTsz die tevens majoor werd en daarmede
deze compagnie onder den majoor bracht.

5584 Missive van Herman van Olthoff aan het Hof over het procedeeren tegen zekeren Henrick Nosschotens van Barneveld, dien Schr. in hechtenis heeft.
Zie No. 5588
Datering: 1588 januari 3
Toegangsnummer: 0124 Hof van Gelre en Zutphen

5588
Missive van (kapitein) Herman van Olthoff aan het Hof, begeleidende informatie aangaande Henrick Nosschotens. Hij vraagt, hoe hij verder met hem moet handelen. Voorts heeft hij op de heide tusschen Arnhem en Wageningen zekeren Steven Smit, bij zich hebbende twee paarden en een verlofbrief van hopman Boeck, aangehouden. Hij verzoekt bij B. naar dien personen onderzoek te doen.
Zie No. 5592
Datering: 1588 januari 10
Toegangsnummer: 0124 Hof van Gelre en Zutphen

5592
Missive van het Hof aan die van Wageningen, houdende verzoek om hulp voor den momber, die naar W. is gezonden tot het ondervragen van eenige gevangenen van kapitein Olthoff (Zie No. 5588) en om met hem te spreken over hunnen (niet aanwezigen) brief van 10 dezer
Datering: 1588 januari 15
Toegangsnummer: 0124 Hof van Gelre en Zutphen

Kenmerken

NationaliteitOverijssel
NaamHerman van Olthof
Woonplaats-
CompagnieONBEKEND 1500-1600
RangKapitein
Officier van:1588
Officier tot>1592
Vermeld bij:
Gesneuveld-
(BK nr.)47368
Blog-
Portret/State/Familiewapen-
Opvolger in ONBEKEND 1500-1600Adolph Meyerink

Andere Overijsselse kapitein

Admiraliteit van Friesland - Kapitein

Admiraliteit van Friesland - Luitenant-Admiraal

Friese Nassause Regiment - Cornet

Friese Nassause Regiment - kapiteins

Friese Nassause Regiment - Luitenants

Friese Nassause Regiment - Ritmeesters

Groninger Nassause Regiment - Kapiteins

Hoogduitse Nassause Regiment - Kapiteins