In 1603 wordt een inventarisatie opgemaakt van het sterfhuis ‘vanden Edelen ende Manhaftigen Jr.’ Taecke Hommes van Hettinga, in tijden Overste Luitenant van ’t Fryssche Regiment‘, die in juni te Emden overleed.
Hij woonde toen in het Leukemahuis (Liauckema?) aan de Fransiscuspijp te Leeuwarden.
Alle inventaris wordt per categorie beschreven, zo ook enige militaire zaken onder het hoofdstuk ‘geweer’.
(De gehele akte is hier te zien)
- Bedden ende Bedts Clederen
- Linnenwerck
- Tinnewerck
- Meskenwerck?
- Coperwerck
- Yserwerck
- Aerde ende Glaeswerck
- Holtwerck
- Letelwaren? = eten
- Goldt ende Silver
- Mans Clederen
- Vrouwen Clederen
- Geweer
- Lydtwerck?
- Boecken
geweer
[betekent wapens]
- Een Rustinge met armschenen met een
storm hoedt sijnde schoedtvrij [schootsvrij] - Een lange spyets meteen roedt fluwelen
hoes [dit betreft een zogenaamde korte piek: rangonderscheidingsteken van de kapitein] - Een Bardesaen [partizaan]
- Een slach swaerdt [tweehandszwaard]
- Een gebeendt Vuyr roer met den holster [versierd roer ingelegd met been]
- Noch een langh Vuyr roer
- Drye corte roeren
- Noch een Cort Roer met drye lopen
- Noch twye holsters
- Twye pistolen
- Twye sabels
- Een zijdt geweer [rapier] met een fluwelen
scheedt [schede] Ende een vergulden gevest ende
sulcken poenyaert [dolk] - Noch een zydtgeweer met een silveren
gevest ende sulcken poenyaert - Twee zadels
- Twee toeken met het toebehoeren [dit laat zien dat hij als hoge infanterie officier/ edelman zich ook te paard verplaatste]